De dochters van de zwarte godin

Deze roman schetst het harde Haïtiaanse plattelandsleven via het levensverhaal van 3 vrouwen: Simone, Lamercie, ErzuLie. Het is een familie-epos dat drie generaties omvat tegen de achtergrond van de gebeurtenissen in Haïti van de jongste eeuw.

Oma Simone heeft het goed met haar man Polidor. Maar de invasie van de Amerikanen in 1915 stort de boeren in armoede. Ze verliezen hun gronden, hun autonomie, hun eer. De mannen slagen er niet meer in hun families te laten overleven. Polidor besluit samen met 2 broers aan te sluiten bij de ‘cacos’, die de strijd opnemen tegen de Amerikaanse indringers, maar hij komt om. Mama Simone zoekt zelf een weg om zich recht te houden. Ze start een handeltje. Om haar dochter betere kansen te bieden, stuurt ze haar naar de stad als ‘restavek’. De jonge, naïeve en blije Lamercie keert terug als een wrak, seksueel misbruikt en verslagen. Op 15 jarige leeftijd krijgt ze Erzulie. Ook Erzulies weg is met doornen – en Tontons Macoutes – bezaaid. Maar in Vincent lijkt ze het ware geluk te hebben gevonden. Voor hoe lang?

De auteur, Micheline Dusseck, geboren in Haïti in 1946, woont sinds ’74 als arts in Cádiz (Spanje). Deze in het Spaans geschreven roman (oorspronkelijke titel: ‘Ecos del Caribe’), haar eerste, werd in 1995 genomineerd voor de Lumenprijs. De Nederlandse titel verwijst naar de voodoogodin van de liefde, Erzulie.

Vrouwen spelen de hoofdrol. Ze zijn sterk en moedig, maar ook slachtoffers van machismo en bedrog. Ze getuigen van een enorme weerbaarheid en veerkracht. Als het moet, slaan ze hard terug. Turbulente liefdes en zinnelijkheid, maar ook de kracht om te overleven in uitzichtloze situaties, vormen draden in deze trilogie. Dusseck is erin geslaagd om op een realistische, speels-humoristische, maar ook ruwe en harde wijze een veelkleurig palet te schetsen van het leven van de arme plattelandsbevolking in Haïti.

Bert Van Mulders
1 september 2000

Micheline Dusseck, De dochters van de zwarte godin, Byblos, Amsterdam, 1999, 288 blz.