‘Het koninkrijk van deze wereld’ van Alejo Carpentier heruitgegeven

Bij Uitgeverij In de Knipscheer verscheen in de reeks “Reprise” de (heruitgave van de) schitterende historische roman Het Koninkrijk van deze wereld (1949) van de Cubaanse auteur Alejo Carpentier. In de Knipscheer heeft zich sinds de jaren zeventig toegelegd op het vertalen van auteurs uit de zogenaamde “periferie”: postkoloniale auteurs uit alle continenten zijn dankzij deze uitgeverij bij het brede publiek bekend geworden. Met name het Caribische gebied werd onder de loep genomen en is goed vertegenwoordigd in de catalogus.

Alejo Carpentier is een wereldvermaard auteur omwille van het begrip lo real maravilloso, of “magisch-realisme” dat hij precies in deze roman, naar aanleiding van een maandenlang bezoek aan Haïti, de eerste zwarte republiek van de Nieuwe Wereld, definieert.

Als schrijver met een ongewoon encyclopedische bagage en een grote historische belangstelling deed Carpentier tal van anthropologisch-sociologische vaststellingen die samen met zijn literair talent in deze korte roman naar boven komen. Carpentier schetst er de bloedige slavenopstand die later zou resulteren in de “Acte d’Indépendance d’Haïti” die in 1804 door een mulat, Dessalines, werd ondertekend, nota bene in het Creools! Teneinde de kloof tussen meester (Lenormand de Mézy) en slaaf (Ti Noël) te vertalen, de spanning tussen blank en zwart voelbaar te maken, doen Carpentier en andere Afro-Caribische auteurs van zijn generatie beroep op een schrijfstijl die het reële met het irreële weet te verbinden en beide wereldvisies (dat van de gekoloniseerde en dat van de kolonisator) met elkaar confronteert en zo mogelijk laat dialogeren. Om de uit een massale slavenopstand gegroeide revolutie die zich aan het einde van de 18de eeuw in Saint-Domingue voltrok op papier te zetten, in woorden te vatten, neemt de auteur ons vanaf het eerste hoofdstuk van El Reino de este Mundo mee in de wereld van de zwarte slaaf die tal van observaties over de wereld van de blanke meester. Het begin van Het koninkrijk van deze wereld leidt ons binnen in de Franse kolonie en zelfs in de geheime gedachten van Ti Noël: “Terwijl zijn baas zich liet scheren, kon Ti Noël op zijn gemak de vier wassen hoofden bekijken die de toonbank bij de ingang sierden. De lokken van de pruiken omlijsten expressieloze gezichten alvorens uit te vloeien in een oase van pijpenkrullen op het rode pluche. Die hoofden leken net zo echt, maar door de verstarde ogen ook net zo dood (…). Door een grappig toeval toonde de aangrenzende slagerij gevilde kalfskoppen die van dezelfde soort was gemaakt leken. Met een toefje peterselie op de tong, leek het alsof ze tussen rode staarten, poten in gelatine en pannen met gestoofde pens naar Caens recept lagen te slapen. Alleen een houten schot scheidde de beide toonbanken en Ti Noël vermaakte zich met de gedachte dat op hetzelfde tafellaken naast de verbleekte kalfskoppen, de hoofden van blanke heren werden ‘opgediend’.”

Het tussenschot is de grens tussen twee werelden, de van het menselijke (de kapper) en die van het animale, via dit tussenschot komen de twee werelden met elkaar in aanraking, treffen rede en onrede elkaar, lopen realiteit en fictie in elkaar over.

Met dit macabere beeld opent Carpentier dus een deur op het koninkrijk van een andere wereld, die van de gedeporteerde Afrikaan die in de West-Indische plantages als dier beschouwd werd en dan ook een legitieme opstand bekokstooft. Er is geen beter boek, aan de vooravond van de tweehonderdjarige onafhankelijkheid van Haïti’s onafhankelijkheid, dan Carpentiers magisch-realistische weergave – met grote aandacht voor het detail – van de afgang van de planters in Frankrijks rijkste kolonie en van de emancipatie van de slaven.

Kathleen Gyssels
1 maart 2003

Alejo Carpentier, Het koninkrijk van deze wereld, vertaald uit het Spaans door Arthur H. Seelemann, In de Knipscheer, Haarlem, 2002 (heruitgave van de eerste druk uit 1997, besproken in Ayiti Nouvèl nr. 50, maart 1998), 160 blz., ISBN 90-6265-449-5.

Meer artikels uit deze Lambi