De jaarwisseling heeft voor Ossé geen geheimen of verrassingen. Als een vertrouwd ritueel komen dezelfde gebeurtenissen elk jaar terug…
Op oudejaarsavond legt Ossé twaalf grote zoutkorrels op het golfplatendak van zijn huisje. Elke korrel verwijst naar een maand van het komende jaar, de eerste verwijst naar januari en zo gaat het verder tot de laatste zoutkorrel, die december voorstelt. Als alles netjes is geordend, zegt Ossé half luid een half verstaanbare tekst. Het geheim van het gebeuren zit in die formule. Want die woorden – uitgesproken op de laatste avond van het jaar – geven de volgende dag een overzicht van de regenval tijdens het komende jaar.
Heel vroeg in de ochtend onderzoekt Ossé de vochtigheidsgraad van de twaalf zoutkorrels. Een droge korrel verwijst naar een droge maand, een vochtige of heel vochtige korrel verwijst naar een natte of heel natte maand. Alleen Ossé kent dit geheim en zijn meteorologische kennis is bekend tot ver buiten het dorp.
Na de weerkundige studie komt het nieuwjaarsfeest stilaan op gang. Kinderen en kleinkinderen verzamelen in het ouderlijk huis – sommigen komen per muilezel van ver uit het heuvelland. Als de kring volledig is, is er een moment van gewijde stilte en verzoening. Je begint het nieuwe jaar niet met gevoelens van haat of wrok, zelfs een verkeerd woord of misverstand vraagt om een omhelzing als teken van vergeving.
Daarna vraagt Ossé in een lang gebed Gods zegen over de kinderen en de kleinkinderen. Als Ossé tot Bondyé bidt, is het alsof hij praat met een grote broer. Er is een sfeer van vertrouwen tussen die twee en ze weten wat het beste is voor de volgende generaties.
Na de zegen qlundert het jonge volkje, want nu begint het feestmaal. Fier zet Ossé‘s vrouw een grote kom op tafel. Pompoenensoep met brokken geitenvlees, allerlei groenten en macaroni is het nieuwjaarsmenu in elke Haïtiaanse familie. Ossé en zijn vrouw hebben zich veel ontzegd voor dit familiegebeuren, maar het loont de moeite. Iedereen is gelukkig. Vooral de kleinkinderen lachen en zijn blij. Vandaag mogen ze hun buikje rond eten en dat gebeurt niet elke dag.
Ossé is vertrouwd met het leven, met geboren worden en sterven. Hij kent ook de natuur, de opvolging van de seizoenen en de kracht van de tropische onweders. Ossé telt in dagen, maanden en jaren. Zo is het altijd geweest. Maar nu begint er iets dat hij niet kent en dat maakt hem onzeker. Er komt een “millennium” en dat heeft Ossé nog nooit meegemaakt. Voor het eerst is de toekomst een groot probleem voor Ossé.
De tijdrekening begon met die Eerste Kerstdag, zo is het aan elke generatie doorverteld. In een grot – vrij van de koude najaarsregen – werd een pasgeboren kind op droog stro gelegd en gehuld in een warme deken. Mensen uit de buurt kwamen op bezoek en brachten wat de jonge moeder nodig had. Er werd gezongen, want geboorte brengt vreugde. Het kind had de genegenheid van een vader en een moeder – het mooiste geschenk hier op aarde.
In het land waar Ossé leeft, legt men een pasgeboren baby op de slaapmat, meestal naakt of bedekt met een paar lappen stof. In het droge seizoen zorgen insecten voor veel last in de hut, tijdens het regenseizoen dringt de vochtige stilte overal door.
Heel wat pasgeboren kinderen missen voedsel en de meest elementaire hygiëne. Heel wat vaders bekommeren zich geen ogenblik om hun kind, anderen trekken over de grens om in het buurland een paar centen te verdienen. In het land waar Ossé leeft, is de kindersterfte groot. Als men een moeder vraagt hoeveel kinderen ze heeft, antwoordt ze eerst hoeveel kinderen ze op de wereld heeft gezet en daarna hoeveel kinderen er – God zij dank – in leven zijn gebleven. Overleven is de eerste en moeilijkste opdracht in het heuvelland.
Met Kerstmis komen de mensen van ver naar de kribbe. Bij de beelden van de moeder en het kind voelen ze zich thuis. Met hen bespreken ze hun zorgen en problemen. Ossé zal het met hen hebben over zijn groot probleem, die onbekende toekomst. Hij hoopt dat het vreemde woord “millennium” iets nieuws mag brengen. Hij bidt dat de pasgeboren kinderen in het heuvelland warmte en voedsel, hygiëne en genegenheid zullen vinden.
Zo was het immers bij de geboorte in Bethlehem toen de eerste jaartelling begon.