Kind te koop

Na een nacht slapen kwam het gezin vermoeid maar tevreden bij de rivier. Aan de overzijde ligt het thuisland, en dan vergeet je meteen elke inspanning. De man nam zijn vierjarig zoontje op en zette het hoog in zijn nek. Hij gaf zijn hoogzwangere vrouw een ondersteunende arm en beiden stapten in de rivier. Het water kwam tot aan hun middel, maar vrij vlug waren ze aan de overzijde. Een eind verder, onder een mangoboom, maakte de man een bed van droog gras. Het hele gezin viel weldra in een diepe slaap.

Hier in de buurt vormt de mooie Artibonite rivier de grens tussen Haïti en de Dominicaanse Republiek, de grens ook tussen twee volkeren die in een soort liefde-haat-verhouding leven. Ze kunnen mekaar niet missen, maar ze kunnen mekaar ook niet uitstaan. Voor hun economie hebben de Dominicanen de werkkracht van hun buren nodig. Overal in hun land vind je Haïtianen: op de velden, in moderne projecten en ook wel in het oudste beroep. Bij elke verkiezingsperiode komt de vete boven en vallen er klappen.

De zwangere vrouw had schrik voor de spanning en kwam liever bevallen in haar eigen streek. Die thuisstreek lag nog twee provincies verder, maar dat was te ver en te lang wachten voor de baby. Verrassend vlug meldde deze zich, onder de mangoboom werd het kind – een kerngezond meisje – geboren.

De bevalling zelf verliep vlot, maar de nageboorte zorgde voor grote problemen. Mensen uit de buurt droegen moeder en kind naar het nabije provincieziekenhuis. Op de binnenkoer van de kliniek kookte de man eten voor zijn gezin, af en toe waren er ook uitgaven voor zijn vrouw en de baby. De weinige spaarcenten waren vlug op.

Na een tijdje was de jonge moeder volledig hersteld, maar in het ziekenhuis lag nog een rekening van driehonderd gourdes. Door de voortdurende muntontwaarding is dat in feite niet zo’n hoog bedrag, voor een buitenmens blijft het wel een pak geld. Met driehonderd gourdes koop je vandaag de dag vijf kippen op de markt – dat is de theorie, want op de markt is er niemand die vijf kippen koopt. Eén enkele kip is in het heuvelland al een zeldzaam feestgerecht geworden.

Sinds 1977 al werkt Raymond De Caluwé als priester in het binnenland van Haïti. Van hem verschenen o.m. “Haïti. Een kerk voor een volk” (Altiora, Averbode/Apeldooren, 1987, i.s.m. Jos Beel) en “Als de lambi roept. Verhaal uit Haïti” (Bijeen/Wereldwijd ‘s Hertogenbosch/Antwerpen, 1989). Sinds vele jaren al verschijnen korte Haïtiaanse verhalen van Raymond in – vroeger – Ayiti Nouvèl en – nu – Lambi.

Het koppel had geen cent meer op zak, de meest nabije familieleden woonden twee provincies verder, en ook daar is er niemand die je zomaar een hoop geld in de hand stopt. Kortom, de hospitaalrekening was een onmogelijke zaak. Ondanks alle overleg kwamen de ouders geen stap verder.

Als het zo is, verkoop ik mijn kind”, zei de vrouw heel stil. Haar man sprak geen woord, na een tijdje knikte hij, want ook hij zag geen andere uitweg.

Nog dezelfde dag ging het gerucht dat in het ziekenhuis een kind te koop was. Voor de mogelijke kopers werd erbij verteld dat het ging om een gezonde meisjesbaby, pas een week oud. Twee dagen later was de hospitaalrekening betaald, van het jonge gezin was geen spoor meer te vinden. In een overlevingscultuur gaat het harde leven verder en de baby werd vlug vergeten.

Wel wist iedereen dat een welstellend kinderloos paar, dat een eind voorbij de brug woont, het kind had gekocht. Zoals bij elke verkoop was er in het begin een eerste prijs, daarna komt een fase van afdingen, en tenslotte werd de koop gesloten.

De toekomst van het kind – heel concreet de zekerheid over voeding, kledij en onderwijs – was een heel belangrijk element bij de transactie. In een uitzichtloze situatie is die zekerheid misschien nog sterker dan de natuurlijke band tussen moeder en kind. Internationaal heeft de Haïtiaanse munt geen enkele waarde. Buiten de grenzen van het land heeft de gourde geen betaalkracht meer en is nergens om te wisselen. Mooie artikelen komen het land binnen, maar moeten in harde deviezen betaald worden, een onmogelijke opdracht voor de mens uit het heuvelland. Ook locale producten worden met de dag duurder.

Er is wel één uitzondering: nog nooit werd de gezonde inlandse baby zo goedkoop verhandeld.

Raymond De Caluwé (Haïti)
1 december 2000

Meer artikels uit deze rubriek