Zorgwekkend geweld in de straten van Port-au-Prince

In juli en augustus 2002 werd door waarnemers van Rechtvaardigheid en Vrede van het aartsbisdom Port-au-Prince een bijzondere actie gevoerd: de gewelddadigheid in de hoofdstedelijke straten in kaart brengen, analyseren en proberen te begrijpen. De lijken in de straten interpreteren als het ware.

In een indrukwekkende lijst van 21 waargenomen voorvallen werden in die luttele twee maanden 29 slachtoffers geteld. De waarnemers benadrukken dat hun activiteiten enkel Port-au-Prince betreffen en vervolgen met een reeks van gewelddadige voorvallen in Gresye, Kafou, Akayé en Kabaré, met nog eens minstens 10 dodelijke slachtoffers. Dergelijke waarnemingen kunnen ook nooit volledig zijn, een aantal incidenten zijn vast niet opgemerkt door de rapporteurs. Lang niet al deze voorvallen halen de pers, integendeel: deze vorm van geweld komt opvallend weinig aan bod in de media. De waarnemers hadden het dan nog enkel over geweld op straat, niet over slachtoffers die in hun huizen werden overvallen. Elke dag ontvangt het hoofdstedelijk algemeen ziekenhuis door kogels verwonde patiënten.

Elk incident zou aanleiding moeten zijn tot het openen van een gerechtelijk dossier. Is dat zo, vraagt de rapporteur zich af, of zijn het 29 nieuwe gevallen van straffeloosheid?

Vaststellingen en bedenkingen

De meeste slachtoffers zijn niet gekend in de buurt waar ze gevonden worden, het is dan ook niet duidelijk wie de mogelijke daders zijn. Gaat het om afrekeningen of drugsaffaires, om ‘volksjustitie’ of om de fameuze nultolerantie voor diefstal of andere zaken?

Inzake de doodsomstandigheden zelf stelt men terugkerende patronen vast. Drie mensen werden publiekelijk geÎxecuteerd en hun lichamen direct afgevoerd. Driekwart van alle gevallen lijken standrechterlijke executies te zijn. Drie jongeren werden gedood door veiligheidsbedienden. Enkele werden door de bevolking gelyncht. Van drie mensen werd het lichaam op de plaats van de moord verbrand.

Waarom zijn er lichamen die blijven liggen, en andere die onmiddellijk worden opgehaald? Waarom zijn er momenten waarop men zegt: nee, er is geen ziekenwagen beschikbaar, en gevallen waarbij de hulpdiensten van de politie ogenblikkelijk ter plaatste zijn om het lichaam af te voeren?

Over het algemeen bekommert de bevolking zich niet om de slachtoffers, in één enkel geval legden mensen in een buurt samen om een kist te kopen.

Na de moord op Valentin, door de chef van een gangsterbende in Cité Soley op 20 augustus, werden in de week erop minstens tien mensen gedood. Gewapende groepen leveren soms lijken af in het ziekenhuis om te laten geloven dat het om een overlijden in het ziekenhuis gaat. In Cité Soley is trouwens een ware machtsstrijd aan de gang tussen gewapende bendes. De politie komt niet tussenbeide. Intussen is Cité Soley tot gemeente gepromoveerd, maar men vraagt zich af welk plan de overheid voor Cité Soley heeft.

Een oproep voor ‘leven’

De Commissie Rechtvaardigheid en Vrede veroordeelt de gewelddaden en roept op tot respect voor het recht op leven. De vastgestelde feiten roepen heel veel vragen op, b.v. bij de houding van de autoriteiten van het land. Willen ze de problemen niet zien, of kunnen ze niet aan? Geweld gaat samen met straffeloosheid. Als mensen zomaar kunnen doden zonder daarvoor enige verantwoording te moeten afleggen, in welke maatschappij leven we dan?

Rechtvaardigheid en Vrede roept de autoriteiten van het land met aandrang op om hun verantwoordelijkheid te nemen in deze situatie die grote gevaren inhoudt voor de toekomst van Haïti. Rechtvaardigheid en Vrede vraagt tevens aan alle instellingen met moreel gezag om dat gezag in alle wijsheid te gebruiken opdat mensen hun onderlinge problemen zonder geweld proberen op te lossen. “Een rechtstaat wil dat. Ons respect als burger vraagt dat. Onze zorg om vrede en om de toekomst van onze kinderen vereist dat!”

Vertaling en bewerking: Rhoddy Petit.

Rhoddy Petit
1 december 2002