Haïtiaanse elite misprijst het Creools

Na 3 eeuwen kolonisatie, slaagden de Haïtianen er in om de Franse bezetter te verjagen. Op 1 januari 1804 verklaarden ze Haïti “vrij en onafhankelijk”. Maar waarom werd het Creools dan niet gekozen als officiële taal van de nieuwe natie? Waarom moesten we nog wachten tot 1987?

De redenen die de toenmalige Haïtiaanse elite (van gemengd bloed en koloniale oorsprong) bewoog om het Creools te verwerpen verwijzen zowel naar de internationale als naar de interne context, die met elkaar verbonden zijn. De interne redenen zijn tezelfdertijd etnografisch en socio-economisch.

Drie eeuwen hebben de Haïtianen in slavernij geleefd. Men nam hun individuele en collectieve vrijheid af. In naam van de vrijheid bestreden ze het bestiale regime van de slavernij. In de koloniale periode zijn de vodou en het Creools de enige ruimtes van vrijheid die de Haïtiaanse slaven gecreëerd hebben. Daarom ook ligt de vodou zowel aan de basis van de bevrijding als van het ontstaan van het Haïtiaanse volk. En het Creools is de taal van de vodou.

In 1804 beschouwde de nieuwe Haïtiaanse elite (met blank bloed in hun aderen) alles wat te maken had met ‘de zwarte slaven van gisteren’ als schandelijk en vernederend. Voor de nieuwe elite bestaat er geen twijfel: het Creools is geen taal. Het is het typische dialect van oude negerslaven. De vraag wordt zelfs niet gesteld. De voorkeur gaat uit naar de Franse taal en beschaving ook al schuift Henri Christophe het Engels naar voren.

Weg met het verleden

De Haïtiaanse elite wilde een kruis maken over ons slavenverleden. Zij voelde zich beschaamd. Een einde maken aan dit schandelijk verleden betekende elke vorm van volksexpressie uitroeien en het imaginaire van de ‘nieuwe vrijen’ onder strikte controle brengen. De Haïtiaanse elite ontweek bewust een collectieve catharsis en vermeed elke reflectie over alles wat de eenheid van de nieuwe maatschappij en de nieuwe natie zou kunnen bevorderen.

Zij verwierp de Creoolse taal en cultuur. Bewust sneed ze de eigen wortels door om in de Europese cultuur de elementen te gaan zoeken waarmee een nieuwe Haïtiaanse identiteit zou kunnen opgebouwd worden. Zij gaat zich losmaken van het volk. Fier zal ze verklaren: ‘Frans is onze ziel. Frans is onze taal’.

De boeren van hun kant vallen op zichzelf terug. Zij gaan allerlei culturele praktijken ontwikkelen op vlak van relaties, kledij, voeding,… om de autonomie en cohesie van de boerensamenleving te verzekeren.

Dilemma

Een tweede reden om het Creools af te werpen, vindt de Haïtiaanse elite in de internationale context van die tijd. In 1804 is Europa nog in de greep van de koloniale expansie. Haïti is het zwarte schaap. De etnologie staat ten dienste van het kolonialisme. De Europese mentaliteit van toen is een racistische. Alles wat niet blank is en niet-Europees, wordt als inferieur beschouwd.

Voor de Haïtiaanse elite is het een dilemma: hoe kunnen ze als volk door de Europeanen aanvaard worden? Om deze doelstelling te bereiken schaft de Haïtiaanse elite zich een toegangskaartje aan om mee te mogen spelen in het concert van beschaafde volkeren. Het zal de nieuwe Haïtiaanse natie 150 miljoen goudfranken kosten.

Om deze astronomisch hoge som te betalen, installeren de Haïtiaanse machtshebbers een militair regime dat de boeren kluistert aan het landwerk. Op hun beurt leren de boeren verstoppertje te spelen met de militaire autoriteiten en de grootgrondbezitters die tevens de militaire chefs zijn. Samen met de katholieke machtsdragers zullen de militairen de vodou proberen te vernietigen.

Tevergeefs. In 1986 zal het volk het regime van Baby Doc en de militaire dictatuur omvergooien. Het Creools zal als taal van het Haïtiaanse volk beschouwd worden en de tweede officiële taal van het land worden naast het Frans.

Conclusie

Het afstoten van de Creoolse taal en cultuur door de elite is het afstoten van een Haïtiaanse maatschappij gebaseerd op de waarden van vrijheid en burgerschap voor het geheel van de bevolkinq. Wie met de Haïtiaanse boeren wil communiceren is verplicht de geschiedenis te kennen van dit getraumatiseerde en verkrachte volk dat geleerd heeft op zichzelf terug te vallen.

De individuele en collectieve psychologie van de Haïtiaan is terug te vinden in de vodoucultuur met haar mythen, met haar geloof en mogelijkheid om zich in tweeën te splitsen, zich in een hond of in rook te transformeren, met haar onuitputtelijke bronnen om weerstand te bieden aan onderdrukking en ellende, met haar afwezigheid van grenzen tussen fictie en realiteit, haar verzet tegen institutionalisering, haar wantrouwen ten overstaan van de Staat…

De Haïtiaanse elite daarentegen is een elite zonder wortels, zonder verankering in het land, zonder authentieke cultuur. Zij schept er behagen in, zich van de rest van de maatschappij te onderscheiden door haar taal, door haar Amerikaanse en Franse cultuur. Hierdoor heeft ze een sociopolitiek systeem in het leven geroepen dat aanstuurt op uitsluiting en discriminatie. Het instrument van dit politiek systeem is cultureel: de taal.

Het wordt tijd om dit systeem te veranderen en de Creoolse taal en haar draagmoeder, de vodou, te waarderen.

In 2004 zal Haïti 200 jaar onafhankelijk vieren. We kunnen ons afvragen, gezien de huidige chaos, wie deze onafhankelijk zal vieren en welke onafhankelijkheid er moet gevierd worden?

Jean-François Decoste
1 juni 2001