Vroeg in de morgen, kort na zonsopgang, staan de twee muilezels gezadeld en reisklaar. Voor hen, en ook voor hun ruiters, wordt het een zware dag. De reis gaat naar de verste buitenpost, bijna vijf uur stappen naar het ontoegankelijke gebied van Angoman. De heenreis gaat over een paar moeilijke bergtoppen, de terugkeer is vermoeiend onder de stekende tropenzon. Zors is mijn reisgezel, hij zorgt voor de dieren en kent de streek als zijn broekzak. Vandaag gaat hij mee naar de buitenpost, er is immers politieke spanning in het land en dan gaat niemand alleen op stap. “Je weet maar nooit.”, zeggen de mensen. (meer lezen…)
Raymond De Caluwé
1 maart 2006