Rubriek - Verhaal

Over eten en drinken

“Waarom breng je het water en de wijn niet mee in huis?” zegt de inlandse zuster. Het is niet de eerste keer dat ik die vraag te horen krijg, maar ditmaal spreekt de brave religieuze met nadruk. Het gaat om de halfvolle kannetjes water en wijn die na de eerste zondagsmis in de kerk zijn blijven staan. Zo’n scheutje drank een paar uur onbewaakt achterlaten, is een ernstig vergrijp. Discussiëren over de zaak doe ik liever niet, want je praat gewoon naast elkaar, vanuit twee verschillende culturen.

(meer lezen…)
Raymond De Caluwé
1 september 2006

De administratie

De kleine wachtzaal is gevuld met mensen die komen om de verzekeringspolis van hun voertuig te vernieuwen. We zijn in een “Office National”, een overheidsdienst. We krijgen dus te maken met een staatsambtenaar. Hij heeft geen concurrentie en is dus ook niet gehaast. Plots gaat de deur open, de directeur begroet de mensen en zegt, glimlachend in mijn richting: “Blanken hebben het altijd druk, vandaag voel ik me vereerd omdat ik iets kan doen voor u.” Kortom, ik mag voorgaan en onmiddellijk typt de secretaris mijn formulieren. Bij de betaling is er een probleempje want er is geen wisselgeld voorhanden. Dat vind ik niet erg en ik dank voor de vlugge bediening. Bij het buitengaan valt me plots te binnen dat er vorige keer ook geen wisselgeld was… (meer lezen…)

Raymond De Caluwé
1 juni 2006

Het dansende oog

Vroeg in de morgen, kort na zonsopgang, staan de twee muilezels gezadeld en reisklaar. Voor hen, en ook voor hun ruiters, wordt het een zware dag. De reis gaat naar de verste buitenpost, bijna vijf uur stappen naar het ontoegankelijke gebied van Angoman. De heenreis gaat over een paar moeilijke bergtoppen, de terugkeer is vermoeiend onder de stekende tropenzon. Zors is mijn reisgezel, hij zorgt voor de dieren en kent de streek als zijn broekzak. Vandaag gaat hij mee naar de buitenpost, er is immers politieke spanning in het land en dan gaat niemand alleen op stap. “Je weet maar nooit.”, zeggen de mensen. (meer lezen…)

Raymond De Caluwé
1 maart 2006

De Bandieten van de Weg

Reizen met het openbaar vervoer is – vooral rond de jaarwisseling – een gezellig en druk gebeuren. Op tweede kerstdag gaat Andrew, de jonge Filippijnse priester, naar de hoofdstad voor een viering met de kleine kolonie landgenoten. Kort na middernacht vertrekt de bus voor de lange nachtrit. Andrew is de enige buitenlander in de groep en hij geniet van de vrolijke sfeer. Er zijn ook een paar kinderen en enkele jonge studenten aan boord. Zij gaan bij familie op bezoek voor de eindejaarsfeesten. Alle andere passagiers zijn vrouwen, velen schijnen mekaar te kennen. Ze praten luid over kopen en verkopen, want ze hebben allemaal een handeltje. Bijna de hele nationale economie gaat over het hoofd of door de handen van deze dappere vrouwen. Voor deze rit hebben ze al hun centen bij zich, sommigen hebben zelfs geld geleend bij familie. Volgende zaterdag is het immers de laatste en drukste marktdag van het hele jaar en dan moet je koopwaar in overvloed hebben. (meer lezen…)

Raymond De Caluwé
1 december 2005

Gedeeld verdriet

Het overlijden van ere-eerste-sergeant-majoor Faublas geraakte nog dezelfde dag bekend in heel de provincie. Na elke nieuwsuitzending wijdde de lokale radio een in memoriam aan de overledene. Ook op de marktplaats werd het afsterven met de andere nieuwtjes doorverteld en zo ging het bericht in de namiddag met de koopwaar mee tot in het afgelegen heuvelland. Niet alleen in zijn geboortedorp kende iedereen de sergeant, ook in de provinciehoofdstad was hij een personaliteit. Enkele jaren geleden kwam hij voor een welverdiende rust terug naar zijn geboortestreek. Na een langdurige ziekte overleed hij toch nog vrij plots. (meer lezen…)

Raymond De Caluwé
1 september 2005

De diefstal

Er zit een dief in de kerk”, zegt Jasmin met een glimlach die aantoont dat hij zelf niet gelooft wat hij zegt. Een vrouw beweert dat ze zopas iemand onder het dak de kerk heeft zien binnenkruipen. Jasmin heeft het toezicht over de gebouwen en daarom is het zijn plicht het bericht door te zeggen, maar persoonlijk denkt hij niet dat iemand zo dom is om bij valavond een inbraak te plegen in het centrum van het dorp. Bovendien vraagt hij zich af of iemand door die smalle opening onder het dak kan kruipen. (meer lezen…)

Raymond De Caluwé
1 juni 2005

Naïma en Tijean, de gestorvene die leeft

Telkens bij het vallen van de avond kwam er in het dorp van mijn achtergrootmoeder een kleine jongen, die Tijean noemde. De mensen van het dorp noemden hem zo omwille van zijn kleine gestalte : hij was maar 1m 30. Elke dag verfriste hij zijn gezicht en zijn handen, en zette zich daarna op de wortels van een grote Mapou (reuzegrote boom waaronder – volgens men zegt – zich geheimzinnige en onheilbrengende ceremonieën afspelen). Hij was zo mooi en zo ongelooflijk charmant dat alle meisjes uit het dorp hem wilden ontmoeten en, waarom niet, met hem wilden trouwen.

René Smeets
1 juni 2004

De bakker

Een rustig slaapje kunnen doen op het vliegtuig maakt de reis heel wat aangenamer. De vlucht wordt meteen een stuk korter en de drukte rond de reis ben je ineens vergeten. Ik zak dieper in mijn zetel en geniet de slaap van de gelukzaligen, tot mijn buurman me een flinke duw geeft. Vrij luid vraagt hij mijn hulp om zijn formulier in te vullen. “Ik ben mijn bril vergeten”, zegt hij wat paniekerig. Iedereen weet dat, na elf september, formulieren voor en tijdens de vlucht correct moeten zijn ingevuld. Meteen mag je je slaapje vergeten, maar je probeert vriendelijk te zijn. (meer lezen…)

Raymond De Caluwé
1 mei 2004

De lange weg naar Golgotha

De rollen zijn verdeeld, de jonge acteurs hebben hun tekst in handen. De voorbereiding op Goede Vrijdag komt op gang. Scènes van de kruisweg worden ingeoefend onder een boom of een afdak. Hier en daar is er zangrepetitie, de droeve melodie van de klaagzangen dringt door tot de verste uithoeken van het dorp. Op zaterdag trekken de meeste jonge mensen naar de markt. Pilatus en Simon van Cyrene, Maria Magdalena en Moeder Maria, de wenende vrouwen van Jerusalem en de Romeinse soldaten – alle acteurs zijn op zoek naar tweedehandse kledij. De figuren van de kruisweg krijgen gestalte.

(meer lezen…)
Raymond De Caluwé
1 mei 2004

De inlandse ziekte

Het gaat niet zo goed met mecanicien Ronel. De beresterke veertiger is in korte tijd een gewoon mens geworden, iemand die ook eens ziek kan zijn. Zijn gelaat en zijn blik geven geen gezonde indruk.

Raymond De Caluwé
1 januari 2004