Strijd om landbouwgrond in het Noorden en Noordoosten

Van bij de onafhankelijkheid was er in Haïti een strijd tussen 2 landbouwmodellen: aan de ene kant de plantages (of tegenwoordig de agro-industrie), een erfenis van het koloniale productiesysteem. Aan de andere kant de familiale landbouw op kleine percelen, overlevering van de nèg marons, de van de plantages gevluchte slaven. Goede landbouwgrond is een schaars goed geworden in Haïti. Toch wordt vruchtbare grond nog steeds opgeofferd aan de industrie, zoals in het geval van de vrijhandelszone CODEVI in Ouanaminthe. De laatste maanden ging het er wegens landroof hevig aan toe in het Noorden en het Noordoosten. De Minister van Justitie en nadien een delegatie van enkele NGO’s begaven zich ter plaatse op onderzoek.

De overheid

Op 23 oktober 2020 belegde de Minister van Justitie enkele vergaderingen in de departementen van het Noorden en het Noordoosten, meer bepaald in Quartier-Morin, Limonade en Fort-Liberté. Hij verzekerde er de lokale overheden en de betrokkenen van dat de regering Jouthe een einde wil maken aan de onzekerheid van de grondeigendom en aan de criminaliteit. Terzelfdertijd klaagde hij de corruptie aan binnen het plaatselijke justitieapparaat en kondigde hij de zending aan van een brigade van de nationale politie, gespecialiseerd in bestrijding van oneigenlijk grondgebruik (BRICIF).

De NGO’s

Van 25 tot 29 oktober 2020 bezocht een delegatie van verschillende NGO’s de departementen van het Noorden en het Noordoosten. Het betreft de NGO’s: Kolektif Jistis Min – KJM (Collectif Justice Mine), Plateforme Haïtienne de Plaidoyer pour un Développement Alternatif (PAPDA), Plateforme des Organisations Haïtiennes des Droits Humains (POHDH), Institut Culturel Karl Lévêque (ICKL), Batay Ouvriyè (BO), Mouvement Démocratique et Populaire (MODEP), Tèt Kole ti Peyizan Ayisyen (TK), Mouvement Paysan Papaye (MPP), Cercle Goman, Mouvement pour la Décentralisation et le Développement du Nord et du Nord-Est (MODOD).

Ricot Jean-Pierre van PAPDA bracht verslag uit van het terreinbezoek. Hij gaat er van uit dat de laatste jaren, meer bepaald na de aardbeving van 12 januari 2010, multinationale ondernemingen, de Haïtiaanse staat en de lokale bourgeoisie beslist hebben enkele megaprojecten te ontwikkelen in de mijnbouw en in vrijhandelszones voor industriële, toeristische en agro-industriële ondernemingen.

Bij het terreinbezoek werd het volgende vastgesteld:

  • Met de steun van corrupte plaatselijke overheden worden landbouwers van hun gronden verjaagd o.a. in Prévoyance (Ouanaminte), Pister (Limonade), Casimir (Ferrier), Terrier-Rouge, Grand Bassin en Caracol.
  • Op 20 september 2020 besliste het Nationaal Instituut van de Landhervorming (INARA) de gronden in Prévoyance, toegewezen aan de boeren die in 1937 ontsnapt waren aan de vervolging door de Dominicaanse dictator Trujillo, in quarantaine te plaatsen. Deze beslissing wordt door de lokale overheid niet gerespecteerd, niettegenstaande het bestaan van een wet uit 1939 – onder President Stenio Vincent – die voorzag in de oprichting van “landbouwkolonies” voor de slachtoffers van Trujillo.
  • Meer bepaald voorziet de grondwet in het Artikel 39 een voorkooprecht voor landbouwers die landbouwgrond van het Staatsdomein bewerken. Toch worden de boeren in Prévoyance met geweld en intimidatie van hun gronden verdreven.

AGRITRANS

De plantage AGRITRANS in Trou-du-Nord, een privé-project van Jovenel Moïse, voor hij president werd en onder meer gefinancierd uit het Petrocaribe-fonds, heeft het moeilijk. Van bio-bananenteelt voor export naar Duitsland werd overgeschakeld op pitloze watermeloenen voor export naar de VS. Maar omwille van de coronamaatregelen is ook deze activiteit ingestort.

Het is bovendien geen geheim dat deze intensieve teelten op grote oppervlakte zeer kwetsbaar zijn voor plagen en parasieten. Bovendien hebben ze een vernietigend effect op de biodiversiteit en ecologie van de regio.

CODEVI

In 2004 werden door de Haïtiaanse staat in Ouanaminthe 80 hectare landbouwgrond opgeofferd voor een concessie aan CODEVI (Compagnie de Développement Industriel), toebehorend aan het Dominicaanse bedrijf Grupo M, voor de inrichting van een industriële vrijhandelszone. Het management zit verveeld met de schommelingen van de gourde, (die de laatste twee maanden opnieuw wat sterker is geworden, van 100 gourdes voor 1 USD naar 70 gourdes voor 1 USD), wat de productieplanning bemoeilijkt. Arbeid(st)ers verdienen er 3.500 gourdes per week, wat er ongeveer op neerkomt dat zij hun fiets hebben kunnen inruilen voor een motorfiets.

6.000 motorfietsen op de parking van CODEVI

CODEVI stelt 15.000 arbeid(st)ers te werk. De industriezone heeft een grote impact gehad op de stad Ouanaminthe. Duizenden families zijn naar de stad getrokken in de hoop er een job te vinden. In enkele jaren tijd is de bevolking van 70.000 aangegroeid naar 170.000 inwoners. De vraag naar goederen en diensten is enorm toegenomen. Bij afwezigheid van een urbanisatieplan breiden de krottenwijken aan de rand van de stad zich voortdurend uit, zonder nutsvoorzieningen zoals leidingwater en elektriciteit.

Voor de toegang tot de haven van Monte-Christi, waar grondstoffen worden ingevoerd en afgewerkte producten verscheept, werd een waardevol ecosysteem vernield. Het gaat om “Nan Kakawo” langs de rivier Massacre.

Noordoosten van Haïti

Bovendien breidt de industriezone zich verder uit via landbouwgrond in Pitobert, waar voedsel wordt geproduceerd voor de stad en het hele departement. Met de uitbreiding naar het noorden wordt gemikt op tewerkstelling van 22.000 arbeid(st)ers.

Het industriepark voorziet in een cafetaria, een tandheelkundige kliniek, een EHBO-post, een kinderdagverblijf en een radiostation. 60 % van de arbeid(st)ers ontving een gasoven en gasflessen om het gebruik van houtskool te beperken. Er wordt gewerkt aan de opleiding van het personeel, vooral in mechanica.

De industriezone CODEVI beheerst het leven in Ouanaminthe, maar in de stad heeft de bevolking de grootste moeite om te voorzien in haar basisbehoeften.

EILANDEN IN DE UITVERKOOP

 Eind oktober verschijnt er een video op de sociale media waarin de Amerikaanse rapper Kanye West verklaart een eiland, île de la Tortue, in Haïti te hebben verworven om er een moderne stad te bouwen. Premier M. Jouthe ontkent de geruchten niet, en verklaart zelfs dat er gelijkaardige ontwikkelingsprojecten gepland zijn voor het eiland la Gonâve en île-à-Vache. President Jovenel Moïse heeft trouwens eind september een tour gemaakt met buitenlanders, onder wie Kanye West, en daarbij Labadie en Île de la Tortue bezocht om de toeristische mogelijkheden van Haïti aan te prijzen.

Bronnen: