Nieuwe grondwet moet weg open gooien naar dictatuur!

Het presidentieel gepoker in Haïti gaat heel hard met een onwettig project van nieuwe grondwet en waardeloze verkiezingen in het vooruitzicht. De internationale diplomatie knikt instemmend of kijkt weg met de VN schaamteloos op kop. Gangsterbendes en terreur moeten het volk in bedwang houden. Volgens de Miami Herald geeft Haïti jaarlijks maar liefst 800.000 dollar uit om Amerikaanse lobbyisten op pad te sturen en instemming te kopen. De dure vrienden zijn het regime kostbaarder dan de mensen in de ziekenhuizen. Wat kunnen we meer doen dan deze alles tartende realiteit aan de kaak te stellen door het studiewerk van CRAN en JILAP te vertalen?

Het voorontwerp voor de Grondwet van 2021

Het Grondwetsproject dat nu voorligt, vermoordt de democratie en de medezeggenschap en de vrijheid van de burgers.

CRAN, in samenspraak met het CE-JILAP, heeft veel tijd besteed om het voorontwerp van de nieuwe Grondwet grondig uit te pluizen. Strikt genomen was ons werk niet eens echt nodig geweest, omdat het project om het land thans van een nieuwe Grondwet te voorzien niet eens beantwoordt aan de wettelijke vereisten voor dergelijk initiatief. De staatsautoriteiten hadden bovendien de plechtige belofte gedaan om gehoorzaam te zijn aan wat in de Grondwet van 1987 voorgeschreven was. Als we echter dieper naar de kern van het huidige project gaan, merken we al gauw in welke richting de machtshebbers het land willen sturen.

Voorafgaande opmerkingen

  • Men moet goed overwegen wat een Grondwet eigenlijk betekent:
    • Er is het wettelijke aspect: de Grondwet is het fundament van de andere wetten
    • En er is een politiek aspect, ze handelt over de volgende vragen: ‘Hoe moet de macht geïnstalleerd worden, hoe moet ze uitgeoefend en georganiseerd worden naar participatie van de burgers toe, en hoe geeft ze rekenschap over het beleid’. Zonder verantwoording af te leggen, kan er geen democratie zijn.
       
  • Wie beschikt over de macht om een Grondwet uit te vaardigen, op te stellen of te wijzigen?
    • Voor kleine wijzigingen is er de weg van de amendementen. Deze worden in de Grondwet zelf gedefinieerd.
    • Een Grondwet volledig vervangen is veel complexer: het is duidelijk dat een beslissing daartoe niet mag uitgaan van een enkele persoon. De opstellers mogen ook niet gekozen worden door slechts één persoon. De gang van zaken is veel ingewikkelder.
    • Overigens mag de beslissing om een Grondwet te vervangen nooit genomen worden door een gecontesteerde regering, een die weinig wettelijkheid bezit, en zich in volle politieke crisis bevindt. Tenzij het natuurlijk de bedoeling zou zijn om het land nog in een diepere noodtoestand te duwen.
       
  • We mogen ook niet vergeten dat Haïti al massa’s Grondwetten versleten heeft. Na zijn oprichting reeds 24, d.w.z. elke 10 jaar van zijn geschiedenis. Dit cijfer toont al aan dat het probleem van ’s lands politieke instabiliteit niet van een of andere Grondwet afhangt, maar van de elites die voortdurend op zoek zijn om via wijzigingen of vervanging ervan, voordelen te halen. Vergelijk dit met de situatie in de Verenigde Staten: daar geldt nog steeds de Grondwet van 1787. Daagt er een probleem op, dan stemt men eenvoudigweg een amendement.
     
  • De Haïtiaanse Grondwet van 1987 is degene die het best weerstaan heeft aan allerhande aanvallen en pogingen om ze te vervangen. Het proces dat aan haar ontstaan ten grondslag lag, bewijst zich nog steeds als belangrijk. De opeenvolgende regeringen hebben die Grondwet dan ook niet bepaald geapprecieerd, niet in het minst omwille van haar visie op burgerparticipatie. Daarom hebben ze haar ook niet toegepast, maar haar er wel van beschuldigd de oorzaak te zijn van instabiliteit. Sinds president Préval herhaalt men steeds dit argument.
     
  • De Grondwet van 1987 werd opgesteld na de dictatuur (n.v.d.r.: in 1986 vluchtte Jean-Claude Duvalier uit het land). Kan men echter zeggen dat het land nu van dictatuur verlost is? Zijn er thans echte instellingen in het land die een democratisch proces waarborgen? Op dit ogenblik functioneert nog nauwelijks een staatsinstelling. Haïti is niet uit de dictatoriale verleiding geraakt.

Het 2021-project is ‘vrijheid uitroeiend’. Het vermoordt democratie en participatie. Daarenboven moet het de straffeloosheid garanderen van wie aan de macht is. Een eenvoudige analyse van de Uitvoerende Macht volstaat om deze stelling te bevestigen.

Hoe verschijnt de Uitvoerende Macht in het Grondwetsvoorontwerp voor 2021?

  • Artikel 133. De Uitvoerende Macht is de President, ‘geassisteerd’ door de ministers en staatssecretarissen.
     
  • Artikel 134. De President wordt verkozen bij directe stemming, in één beurt en met eenvoudige meerderheid.
    Het volstaat om eens goed te kijken naar wat dit zou betekenen wanneer er bijvoorbeeld 20 kandidaten zouden zijn met elk ongeveer 5% van de uitgebrachte stemmen…Wat zou dan de rechtmatigheid zijn van deze president?
     
  • Artikel 139. De President geniet onschendbaarheid tijdens zijn mandaat…geen probleem. Maar voor daden die onverenigbaar zijn met deze functie, kan hij/zij slechts vervolgd worden tot twee maanden na het einde van het mandaat. Het functioneren van de Haïtiaanse justitie kennende, kan men reeds voorspellen wat dit zou betekenen voor daden van wanbeheer, corruptie en andere misdaden, begaan in de loop van het presidentschap. Het zou dan onmogelijk worden om corruptie, zoals bij het Petrocaribe Fonds en bij andere gelegenheden, te vervolgen.
     
  • Artikels 141 en 145. Goed het volgende beseffen: het zeer uitgebreide mandaat van de president bij benoemingen.
     
  • Artikel 147. Goed het volgende beseffen: benoemingen te doen door de president samen met zijn/haar ministers, vinden plaats zonder een senaat die vertegenwoordigt, controleert of voorstelt, … De Nationale Vergadering heeft 15 dagen om met een meerderheid van 2/3 van de uitgebrachte stemmen een benoeming te weigeren … Dat betekent dat wat de president voorstelt onherroepelijk zal doorgaan.

De Ministers

  • Artikel 158. Zij zijn de “medewerkers” van de president. Hebben zij een eigen verantwoordelijkheid voor het beheer van hun ministerie, of zijn ze simpelweg de uitvoerders van wat de president wil? Want volgens wat artikel 161 zegt:
     
  • Artikel 161. De ministers en staatssecretarissen worden benoemd en ontslagen door de president. Er is geen parlementaire controle meer; en ook geen eigenlijke verantwoording meer van de minister voor zijn ministerie.
     
  • Artikel 163. Dit artikel vermeldt klaar en duidelijk dat de ministers medewerkers voor hun ministeries aanduiden in opdracht van de president.
    Ze genieten van immuniteit voor daden die aan hun functie verbonden zijn, zelfs na het einde van hun opdracht.

De Rechterlijke Macht

Enkele opmerkingen:

  • De artikelen 185-186-187 perken de rol van de CSPJ (Conseil Supérieur du Pouvoir Judiciaire) in tot nagenoeg niets. Hij kan “geconsulteerd worden”. ….
     
  • Artikel 176. Een leraar kan nog steeds rechter worden (n.v.d.r.: dat was ook nog het geval in de Constitutie van 1987, ‘ambtenaren’ kunnen normaal geen rechter worden, de leraren vormen daarop een uitzondering) … Zal dit het absenteïsme van de rechters wegwerken, of de overbevolking in de gevangenissen? Ook hier dus geen verbetering…

De Rekenkamer

  • Artikel 198. Het hof is niet meer bevoegd voor administratieve geschillen. Het is geen echt tribunaal meer, maar moet bij vastgestelde corruptie de zaak aanhangig maken bij de procureur van de Republiek.
     
  • Artikel 203. De leden worden benoemd door de president.
    En volgens het artikel 202: 4 van de 9 leden worden rechtstreeks door de president aangesteld.
    En dan ook nog het artikel 200: 5 van de 9 leden moeten uit de publieke Administratie komen. Hoeveel onafhankelijkheid rest hier dan nog?
     
  • Artikel 204. Het is de rol van de Kamer om de Uitvoerende Macht bij te staan. Zij kan geconsulteerd worden en heeft het recht om de rekeningen na te kijken. Deze audits zijn echter geen verplichting meer, en gebeuren trouwens steeds achteraf.

De CEP  Le Conseil électoral permanent

  • Artikel 208. De samenstelling laat veel leemtes en bevat veel kansen tot manipulatie: een vertegenwoordiger van de diaspora … die overal ter wereld zit verspreid? Welnu, de diaspora heeft één (1) vertegenwoordiger bij de CEP. Hoe kan men zo de diaspora organiseren?
     
  • Artikel 208 heeft het ook over de “georganiseerde” burgermaatschappij. Wat betekent dit echter in realiteit?

De Wetgevende Macht

  • Afschaffing van de Senaat/ Alle volksvertegenwoordigers voor 5 jaar/ verkozen per unieke stemming.
     
  • De vraag rijst of de Assemblée Nationale, zoals men het parlement zou noemen, gaat kunnen functioneren als een echt tegengewicht voor de president, die alle macht bezit zoals het in het huidige project is voorzien.
    Eenmalige stemming (met eenvoudige meerderheid) geeft niet veel legitimiteit aan de verkozenen… zeker gezien het grote aantal kandidaten dat zich op elk niveau presenteert. Een volksvertegenwoordiger kan zo verkozen worden met een paar honderd, of zelfs met een paar tiental stemmen.

De Lagere Instanties

  • Het Grondwetsproject zegt nauwelijks iets over hen. Men voorziet één enkele magistraat per gemeente.
     
  • Artikel 246. Er is een afgevaardigde per departement en een vice-afgevaardigde per arrondissement, ze worden benoemd door de president.
     
  • Er zijn geen plaatselijke raden meer, zij maken nochtans de kern van een basisdemocratie uit. Daar vinden immers overleg en uitwisseling van ideeën plaats, essentieel voor deelname aan het beleid. Voorheen (1987) namen deze raden deel aan de keuze van rechters en van kandidaten voor de CEP. Zij waren bekend met de levensechte realiteit want stonden dichter bij de boeren en de volkswijken. De bevolking vond deze manier van werken zeer interessant, maar de autoriteiten geloofden er niet in, omdat die raden hun eigen macht beknotten.

Enkele besluiten

Dit studiewerk belicht slechts een paar aandachtspunten, er zijn er echter nog andere die onze aandacht zouden verdienen.

Een Grondwet is geen gewone wet, er moeten procedures gevolgd worden bij de opstelling en bij amendementen. Zij heeft een juridische functie en een politieke functie, omdat ze in het land de politieke macht organiseert.

Het huidige project elimineert de Eerste Minister om de functie van de president te kunnen versterken en nog meer beslissingsrecht in de handen van deze laatste te kunnen leggen. De mechanismen voor raadpleging en controle bij belangrijke benoemingen zijn erg verzwakt, en eigenlijk uitgeschakeld. De vicepresident is een figurant, zonder eigen rol.

Terwijl het land volop vraagt om strijd te voeren tegen de straffeloosheid, spoort het project voor een nieuwe Grondwet langs geen kanten met deze strijd. Wel integendeel, de strijd wordt tegengewerkt. Kijken we naar wat er slechts voorzien is voor de president en zijn ministers om rekenschap af te leggen. En wat eventueel nog een rol had kunnen spelen, werd verzwakt, zoals bv. het Rekenhof.

De Haïtiaanse Grondwetten hebben een historische dimensie. Als de politieke elites gemiddeld om de 10 jaar de noodzaak voelen om de Constitutie te veranderen, dan moeten we er ons van bewust zijn dat er een probleem is met die elites, die immers steeds een Grondwet willen op eigen maat en voor eigen interesses. De Grondwet van 1987 heeft goed standgehouden tegen deze aanvechting. De redactie ervan was dan ook totaal verschillend, met een verkozen Constituante en een grote deelname van het volk dat ideeën en suggesties aanbracht. Er was transparantie bij het opstellen en de stemming van de artikels, die afzonderlijk in het Frans en in het Creools werden gestemd.

De grote vernieuwing van 1987, nl. dat de verschillende gemeenschappen op alle niveaus van het land inspraak hadden gehad, is totaal verdwenen in het project voor 2021. Men stelt het voor als onverwezenlijkbaar.  Maar men moet toch toegeven dat de politieke machten niet echt uit zijn op participatie of directe representatie vanuit het volk. Alle regeringen hebben dit al aangetoond door hun systematische afwijzing om dienaangaande iets te organiseren.

Het absenteïsme en de onverschilligheid van de bevolking bij verkiezingen vindt zijn verklaring in het feit dat de later verkozenen meestal nog alleen zorg dragen voor hun eigen interesses, en niet voor die van de gemeenschap.

De huidige conjunctuur is overigens niet echt geschikt om een referendum te houden (wat niet eens wettelijk zou zijn), of om verkiezingen te organiseren. Het probleem van de mensen is het geweld, de onzekerheid en de hoge levensduurte. Elke regering moet zijn rechtsgeldigheid kunnen tonen door haar beleid te willen afstemmen op de reële noden van de bevolking.

En moet de Senaat afgeschaft worden? De traditie van dit land wil dat er een Senaat zou zijn, die een soort tegenmacht kan vormen. Indien men laat betalen om wetten te stemmen, dan is noch de gever van het geld, noch wie het ontvangt schuldig. Er moet onafhankelijkheid zijn en de middelen tegen corruptie moeten versterkt worden, en niet zwakker worden gemaakt zoals in het voorstel tot Grondwet. De Staat kan nog op duizenden manieren geld sparen zonder de essentiële instellingen te moeten afschaffen.

Op dit moment is het dringend nodig in dit land om de omstandigheden te scheppen die het voor de instellingen zouden mogelijk maken om te functioneren, zoals bv. Justitie. In principe heeft Justitie als Staatsmacht niet het recht om te staken of om enkelingen zomaar te beboeten, die in de gevangenis verblijven in afwachting van hun proces. Justitie heeft andere mogelijkheden om op correcte wijze haar punt te maken.

Port-au-Prince, 3 mei 2021

Voor CE-JILAP: