Na de aardbeving van 14 augustus 2021
Auteur: Colette Lespinasse, vanuit Haïti, 24 augustus 2021
Vertaling van https://www.coeh.eu/fr/ce-que-jai-vu-dans-le-sud-dhaiti-apres-le-tremblement-de-terre-du-14-aout-2021/, door René Haentjens
Op woensdag 18 en donderdag 19 augustus 2021 was ik in het door de aardbeving van 14 augustus erg getroffen zuidelijk departement van Haïti om enkele vrienden en collega’s te bezoeken, die in die regio wonen. Ik wilde met eigen ogen zien wat vele media alsmaar meldden, over de dramatische gevolgen van deze aardbeving die net het zuidelijke schiereiland had verwoest.
Het is niet eenvoudig om vanuit Port-au-Prince, de hoofdstad, naar het zuiden te geraken, omdat je een verboden zone moet oversteken, Martissant, de zuidelijke weg vanuit de hoofdstad, die al enkele maanden door gewapende groepen wordt gecontroleerd. Deze woensdag besloten ze een wapenstilstand te sluiten en mensen haastten zich om deze “grensovergang” binnen de stad over te steken om zich naar hun families te begeven.
Wanneer je de steden in het zuiden nadert, kun je de schade al zien: aardverschuivingen op de wegen, die de doorgang nog steeds gedeeltelijk belemmeren, bergflanken die zijn weggegleden, wegen die zijn opengescheurd, bomen die zijn ontworteld door de hevige beving. Borden die bewoners in het midden van de weg plaatsten, geven aan dat er in dit gebied ook slachtoffers zijn die hulp nodig hebben en niet genegeerd mogen worden. Bij het binnenkomen van de stad Les Cayes is er een monsterlijke verkeersopstopping, met voertuigen van verwanten die hun familieleden een beetje hulp en troost komen brengen, of vrachtwagens met hulp die een hulppost proberen te bereiken.
Ik zag en begreep een beetje de diepte van de crisis die we in Haïti doormaken, door gebrek aan openbaar beleid ten gunste van de bevolking. Hier en daar zijn huizen volledig ingestort, andere zijn beschadigd met diepe scheuren, andere zijn nog steeds intact, ondanks de kracht van de onophoudelijke naschokken.
Van de ruim 2.000 geregistreerde doden vielen er in het Zuid-departement meer dan de helft. Men meldde 500 doden alleen al voor Les Cayes. Iedereen dacht dat het ging over de stad met die naam en daarom ging de eerste hulp daar naartoe. Maar dat was fout. De meeste sterfgevallen waren in de landelijke gemeenschappen. Les Cayes betekent het hele gemeentegebied inclusief de stad natuurlijk.
Men is nog niet klaar met het tellen van de gewonden en de doden. Vijf dagen na de aardbeving worden nog steeds levende mensen gevonden onder het puin. Hier in het OFATMA-ziekenhuis is het een voortdurend komen en gaan van helikopters met hun daverend gebrul. Op de binnenplaats van het ziekenhuis, dat ook beschadigd is, worden de gewonden gesorteerd. De ernstigste gevallen worden vervoerd naar andere ziekenhuizen in het land met de helikopters die door de Amerikaanse kustwacht ter beschikking zijn gesteld.
Iets verderop is het zenuwcentrum van de operaties, het kantoor van de departementale directie Civiele Bescherming. Alle-terreinvoertuigen van de humanitaire organisaties komen en gaan en de vergaderingen zijn er eindeloos. Er zijn veel mensen op de binnenplaats, een paar in “DPC”-uniformen, maar je krijgt niet de indruk dat er iets echt groots in beweging is op deze plek, afgewogen tegen de omvang van de ramp.
Plots verschijnt er een politiek leider, geflankeerd door motorfietsen en voertuigen die hem volgen, met camera’s die zijn optreden filmen. Hij is gekomen, zegt hij, om de slachtoffers te bezoeken. Maar alles wijst erop dat achter dit alles een soort politieke campagne schuilgaat.
De straten dienen als slaapzalen
In Les Cayes en in Camp-Perrin (een nabijgelegen stad) zijn een paar tractoren bezig met het slopen van ingestorte gebouwen, om te zoeken naar overlevenden of om lijken te bergen die al beginnen te ontbinden. Tijdens de eerste twee dagen na de aardbeving was het de bevolking, met de middelen die ze hadden, in afwezigheid van een reddingsteam, dat de overlevenden en ook een aantal doden van onder het puin haalde.
Buiten de stad, vooral in de landelijke gemeenschappen, lijden de mensen en wachten ze wanhopig op hulp, vooral een zeil of een tent zodat ze ’s avonds kunnen schuilen. Daags na de aardbeving, op 15 augustus, kregen ze te maken met zware regen, door de passage van de tropische storm Grace. ’s Avonds is het erg moeilijk om je in de steden te verplaatsen, omdat de straten nu worden gebruikt als slaapzalen. Door de onophoudelijke naschokken zijn mensen die hun huis nog overeind hebben bang om naar binnen te gaan. Maar de meesten hebben geen huis meer. Sommige gemeenschappen zijn volgens voorlopige waarnemingen voor meer dan 80% vernield. Gezinsleden gooien ’s avonds een stuk karton of een laken op de grond, zodat ze kunnen gaan liggen en wat kunnen slapen. Om de plaats in Aquin te bereiken waar ik woensdag 18 augustus de eerste nacht zou doorbrengen, moest ik verschillende mensen uit hun slaap halen om de weg een beetje te willen vrij te maken om het voertuig door te laten, waarin ik medische apparatuur, een beetje medicijnen en voedsel had meegebracht voor mijn familieleden en voor de Cubaanse brigade die in deze stad actief is om gewonden te verzorgen.
Beetje bij beetje hervat het leven zijn loop
Ik merkte op dat de overgrote meerderheid van de huizen die de aardbeving niet hebben weerstaan, recent zijn, hoewel sommige oude betonnen constructies of zelfs lichtgewicht constructies ook zijn ingestort. Het is duidelijk dat er veel werk aan de winkel is in Haïti om op een andere manier te gaan bouwen. De weerstand van huizen tegen de schok van een aardbeving zegt veel over het al dan niet naleven van de elementaire bouwnormen in een land als Haïti dat erg kwetsbaar is voor vernietigende natuurfenomenen zoals aardbevingen en cyclonen.
Ik merkte dat ondanks de zichtbare pijn op de gezichten het leven langzaam weer op gang komt. Verkopers van bereid voedsel hebben al een nieuw aanbod, er zijn kraampjes om het weinige dat nog over is van een uit het puin geredde voorraad aan te bieden, boeren laten hun dieren grazen… Vrouwen zorgen voor de kinderen, doen de was, mannen verwijderen puin en proberen een tijdelijk onderkomen te hebben voor hun gezin. Mensen hebben geen keus. Ze moeten weer op de been om te overleven, want ze verwachten niet veel van de staat en ze kunnen niet rekenen op de hulp van ngo’s, die traag of niet komt.
In vijf jaar tijd is het de tweede keer dat het zuiden van Haïti wordt getroffen door een grote catastrofe. In oktober 2016 was het de doortocht van orkaan Matthew die in de hele regio zware schade aanrichtte. In tien jaar tijd waren er twee grote aardbevingen van 7,2 op de schaal van Richter. Na het geweld van verschillende aardbevingen en orkanen moet Haïti zijn bouwwijze, de ontwikkeling van zijn grondgebied, het risico- en rampenbeheer heroverwegen met het oog op een betere bescherming van zijn bevolking. Het is niet de natuur die we met de vinger moeten wijzen, maar het slecht beleid en vooral het groot gebrek aan aandacht voor de bevolking en voor de kwetsbaarheid van dit eiland, dat door vele breuklijnen wordt doorkruist en ook nog op het cyclonentraject ligt.
Zal het Haïtiaanse volk na deze nieuwe catastrofe, in een uiterst moeilijke en onstabiele politieke context, de nodige kracht vinden om opnieuw rechtop te krabbelen?