12 januari 2010 – januari 2020 : waar staat Haïti 10 jaar na de aardbeving?

Na de aardbeving van 12 januari 2010 werd bijna de hele wereld overspoeld door een golf van solidariteit met de Haïtiaanse bevolking. Overal te velde kwamen initiatieven op gang om de zwaar getroffen bevolking te helpen. De solidariteit was enorm en de pers liep over van interesse.

1. Aandacht voor Haïti in de (Europese en) Vlaamse pers

In de daaropvolgende jaren zijn vele vragen gesteld over de manier waarop die hulpverlening gebeurde, en ook over de zo grote bedragen die beloofd werden, maar niet altijd werden vrijgemaakt of niet op de juiste manier in het land terecht kwamen. Sommige van deze vragen waren zeker terecht, andere eerder sloganesk.

De Haïtianen zelf, nadat ze wat bekomen waren van de eerste schok en shocks, droomden van de heropbouw als een manier om een ‘ander’ Haïti op te bouwen. En ze hoopten hierbij op de steun van zowel hun eigen politieke verantwoordelijken als op buitenlandse steun.

Nu, bijna 10 jaar later, gaat het helemaal niet goed met Haïti. Politiek, economisch en sociaal is het land sinds een kleine twee jaar aan het afglijden naar een onhoudbare situatie. Weer is de grote groep van de armste bevolking, vooral in de steden en semi-rurale gemeenschappen hiervan de dupe. Op de ‘boerenbuiten’ lukt het velen om nog te overleven van hun kleinschalige landbouwproductie, hoewel de prijzen van andere aan te kopen producten zoals olie, zout, brandstof bijna wekelijks stijgen. De inflatie is enorm.

Massale reactie kwam op gang met de publicatie van rapporten rond het gebruik van de Petro-Caribefondsen, (zie https://www.mo.be/wereldblog/algemene-volksopstand-ha-ti-tegen-armoede-corruptie-en-wanbeheer).

Het is verwonderlijk dat niemand zich de vraag stelt hoe die machthebbers zich kunnen staande houden en het recht proberen aan hun kant te krijgen, zij het dan met geweld, wapens, bedrog en terreur in sommige zones.

Over al deze feiten hoor je nauwelijks iets In onze Vlaamse of zelfs Belgische pers, noch in de meeste Europese landen. Betekent dit dat onze solidariteit met gemeenschappen verderaf is stil gevallen?

De Coördinatie Europa-Haïti had in oktober bezoek van 3 Haïtiaanse vertegenwoordigsters van lokale organisaties : mensenrechtenorganisatie, vrouwenrechtenorganisatie, organisaties die met boerengemeenschappen werken. Zij vertelden elk vanuit hun eigen werksituatie met welke moeilijkheden zij dagelijks werden geconfronteerd, ook in de wekenlange periode ‘peyi lok’ of ‘land op slot’ en bevestigden wat reeds in andere delen van onze nieuwsbrieven vermeld werd en wordt.

Sinds maart is er geen volwaardige regering meer. Er is ook geen budget voorgesteld noch goedgekeurd. Eigenlijk is het vertrouwen in de regerende partijen volledig verdwenen. En er gebeurt weinig of niets vanuit de overheid om oplossingen aan te reiken of pogingen tot overleg tot stand te brengen. Ieder blijft op zijn standpunt en intussen gaat voor vele mensen het overleven voort en probeert iedereen zijn eigen plan te trekken, zoals ze het al vele jaren doen.

2. De Internationale gemeenschap?

De ‘internationale gemeenschap’ (de diverse landen die Haïti proberen te helpen om uit het slop te geraken w.o. EU, VS, Canada, …), probeert al maanden om de president en de verschillende partijen tot dialoog te brengen, zonder te veel tussen te komen om niet van inmenging te worden beschuldigd. De situatie is echter zo verziekt dat dit niet meer lijkt te lukken en er steeds een of andere groep die pogingen boycot. Sommige groepen van de oppositie willen enkel praten nadat de president ontslag neemt. Anderen proberen toch een dialoog op gang te brengen om tot een overeenkomst te komen voor het aanstellen van een overgangsregering. Deze moet dan een nationale conferentie organiseren en voorstellen uitwerken voor een grondige verandering van het hele bestuursapparaat. Maar ook rond deze voorstellen komt men niet echt tot één gedragen standpunt.

De Haïtianen willen geen buitenlandse inmenging. Anderzijds zijn er wel regelmatig bezoeken van leden van de Haïtiaanse regering aan het buitenland – aan de V.S.- om te overleggen en leeft de indruk dat ze eigenlijk toch wel op steun of hulp rekenen…

De grote vraag die men kan stellen is: wat maakt dat de machthebbers stand houden, niettegenstaande de zo grote tegenkantingen vanuit veel verschillende sectoren en groepen?
Wat maakt dat deze verschillende sectoren en groepen zo zwak blijken dat ze niet tot een eendrachtig gedragen voorstel kunnen komen voor dialoog en/of een weg naar constructieve verandering en samenwerking?

En de cruciale vraag die iedereen zich momenteel stelt: half januari vervalt het mandaat van het parlement en 2/3e van de senaat. Er zijn geen verkiezingen geweest in oktober om deze leegte op te vangen. De president kan dus vanaf half januari regeren bij decreet. Wat moet men verwachten?

Resolutie van het Europees Parlement

Op 28 november 2019 keurde het Europees Parlement een uitvoerige resolutie goed (https://www.europarl.europa.eu/doceo/document/TA-9-2019-0074_FR.html)
waarin het een hele reeks punten vraagt. We geven hier de belangrijkste punten weer van deze resolutie:

Het Europees Parlement:

  • Veroordeelt de repressie tegen de vreedzame manifestaties;
  • Roept op om alle acties van geweld te vermijden en in dialoog te gaan met alle partijen;
  • Vraagt te ijveren voor een grondige hervorming van de rechtspraak en te komen tot een rechtssysteem dat toelaat dat veroordeelden gestraft worden;
  • Roept ertoe op dat persvrijheid gewaarborgd wordt en journalisten niet bedreigd of vermoord worden;
  • Vraagt dat er onderzoek komt naar de vele schendingen van de mensenrechten;
  • Verwerpt de pogingen van bepaalde groepen om een vorm van dictatuur in te voeren en vraagt werk te maken van structurele hervormingen van het overheidsapparaat;
  • Vraagt aan de EU om mee te helpen aan het stoppen van corruptie en andere misdrijven;
  • Vraagt dat de VN een actieve rol blijft spelen in het waarborgen van rust en vrede;
  • Vraagt dat de EU inspanningen levert om de Haïtiaanse organisaties te versterken om zelf initiatieven op te zetten samen met hun doelgroepen;
  • Vraagt dat de Haïtiaanse overheid aan de humanitaire organisaties de nodige toegang verleent voor het verlenen van (voedsel)hulp waar nodig.
  • Vraagt dat de Europese President de resolutie overhandigt aan de Raad van Europa, de Europese Commissie en de lidstaten.

Men kan besluiten dat de situatie die al anderhalf jaar aansleept, sinds het uitbrengen van de rapporten over de grote corruptieschandalen van het Petro-Caribefonds, het land echt aan de afgrond heeft gebracht. En dat de constructieve stappen die gezet waren na de aardbeving, teniet zijn gedaan.

3. Toch een positief signaal

In de voorbije periode van 10 jaar is ook een nieuwe generatie jongeren opgegroeid. Zij hebben de periode van de dictatuur niet gekend. Zij voelen zich weinig in acht genomen door hun overheid: al enkele jaren manifesteren vele scholieren voor een beter loon voor hun leerkrachten; vele jongeren die er in lukken hun studies af te ronden worden geconfronteerd met uitzichtloosheid, want er is weinig creatie van werkgelegenheid en dat is de voorbije twee jaar niet verbeterd. Zij zijn ook de generatie die opgroeit met betere toegang tot de media (radio, tv, sociale media) en zijn mee met de wereld.

Het is ook deze generatie die zich steeds meer vragen stelt rond het leiderschap in hun land en die antwoorden eisen over de situaties van corruptie en over de manier waarop de politieke leiders omgaan met de financiële middelen van de overheid. Deze generatie eist rekenschap en transparantie.

Zijn zij de generatie die we kunnen vergelijken met de generatie van de jaren ’80 die een einde stelde aan de toenmalige dictatuur?

Er zijn wellicht nog veel jaren nodig om tot groter bewustzijn van burgerschap en goed bestuur te komen in Haïti. We kunnen echter alleen maar hopen dat deze generatie de nodige kracht vindt en de nodige steun krijgt om aan positieve verandering te werken.