Auteur: Frédéric Thomas, politoloog, Verantwoordelijke Studies aan het Centre tricontinental (Cetri).
Op 31 mei bracht het Rekenhof in Haïti een tweede deel uit van een overweldigende audit over de verkwisting van het PetroCaribe fonds, resultaat van een akkoord met Venezuela voor de ontwikkeling van het land. Frédéric Thomas politoloog, legt in een tribune van “Le Monde” uit dat het rapport een proces van ontmanteling van de instellingen onthult dat zijn wortels heeft in de politiek van privatisering die sinds vier decennia werd ingezet.
Tribune. Het beeld deed de ronde op sociale media en voedde de nieuwskanalen. Donderdag 30 mei, hebben vier Haïtiaanse senatoren de zaal van de senaat vernield terwijl het land wegglijdt in een diepe sociale, economische en politieke crisis. Het land is zonder regering, de locale munt keldert, de prijzen stijgen snel, één op twee Haïtianen heeft te kampen met voedselonzekerheid en 60% van de mensen leeft in armoede. De schendingen van de mensenrechten en het geweld nemen overhand toe en worden ernstiger. Het orgelpunt, de slachting (nog steeds straffeloos) van 73 mensen op 13 november 2018 in La Saline, een volkswijk van Port-au-Prince.
De dag na de woede-uitbarsting van de vier gekozenen, bracht het Rekenhof in diezelfde senaat, het tweede deel van een overweldigende audit uit over de verspilling van honderden miljoenen dollars in het kader van het PetroCaribe fonds, een overeenkomst afgesloten met Venezuela en uitgevoerd tussen 2008 en 2016. Het beeld van de plechtige zetels in rood velours, uit een andere tijd, onderste boven, kapot en opgestapeld in de koer van het Parlement gaf te denken over de politieke sfeer, het debacle van een gans land.
Corruptie en onverantwoordelijkheid
Van een natuurramp naar politieke chaos, Haïti doet opnieuw van zich spreken. Met het risico van de situatie als folklore te beschouwen en voorbij te gaan aan de echte inzet en verantwoordelijkheden. Zijn chaos en corruptie een fataliteit in Haïti? Vrucht van een terugslag naar een oude politieke klasse van nepotisme, of van een onverantwoordelijk volk? De scene van de vernieling, exotisch theater van het absurde, dat we van ver zien, als cynische of ontstemde toeschouwer, zou er de bevestiging van zijn. En de audit van het PetroCaribe fonds het bewijs.
De zes miljoen dollar voor de bouw van het Simbi Continental Hospital? Vervlogen. De werf ligt stil sinds 2016. De zestien miljoen dollar voor het toeristische megaproject op Ile-à-Vache, uitstalraam van het nieuwe Haïti van de vorige president, Michel Martelly? Verkwist. Het gras herovert het verloren terrein op de piste van de “internationale” luchthaven, nooit geraakt door een vliegtuig, en op het hotelcomplex, nooit betreden door een toerist. De 15 miljoen dollar van Ti Manman Cheri, het sociaal programma met focus op de moeders? Verspild en geïncasseerd door zo’n twintigduizend fictieve begunstigden.
De toevlucht tot de noodtoestand, opgesplitste contracten, getekend nog voor het project werd goed gekeurd om de vraag naar offertes en elke controle te ontwijken, ontbrekende facturen en andere documenten, gecumuleerde vertraging, onafgewerkte werven … Het is de ganse keten van het uitvoeren van projecten, vanaf de planning tot de supervisie en de oplevering bij het einde die niet zomaar tekortkomingen vertoonde, maar waar het puur en simpel om ontwijking en verduistering ging. En dit tot in de top van de staat, vermits de huidige president, Jovenel Moïse de vroegere directeur van het bananenbedrijf, Agritrans, op frauduleuze wijze geëngageerd was in het heraanleggen van een weg … nog steeds in een even slechte staat.
Machteloosheid en politiek
De audit van PetroCaribe verbaast. Nochtans, van dichterbij bestudeerd, over het overweldigende heen, tekent het een andere architectuur van de corruptie in Haïti, die zich niet laat naturaliseren, noch isoleren in de politieke klasse. Het gaat niet enkel om een crisis van de tegenmacht en de instellingen die wordt onthuld door het rapport van het Rekenhof, maar echt om een proces van ontmanteling van de instellingen, dat zijn wortels heeft in de politiek van privatisering die sinds vier decennia aan gang is.
In die zin dat de corruptie op grote schaal in Haïti slechts de tegenhanger is van de “wijsheid” van de internationale machten. Samengesteld uit de speciale vertegenwoordigers van de algemene secretaris van de Verenigde Naties en de Organisatie van Amerikaanse Staten, de ambassadeurs van Duitsland, van Brazilië, van Canada, van Spanje, van de Verenigde Staten, van Frankrijk en van de Europese Unie, deze Core- of kerngroep roept op tot goed bestuur… Steeds met hetzelfde objectief: het land stabiliseren om investeringen aan te trekken. En, op korte termijn, om de volgende lening van het FMI binnen te halen … , waarvan de voorwaarden nochtans de rellen ontketenden van juli 2018.
Samengevat kijkt de internationale ‘gemeenschap’ niet verder dan het moraliseren van de Haïtiaanse elite en het vervolgen van dezelfde neoliberale strategie, die nochtans aan de bron ligt van de ineenstorting van de instellingen, van de openbare politiek en de tegenmacht, die de corruptie katalyseert. Tegen een dergelijke enge en foutieve visie, die tienduizenden Haïtianen, mannen en vrouwen sinds een jaar regelmatig op straat brengt, spreken die zich niet enkel uit tegen de diefstal van miljoenen dollars, maar ook, meer radicaal, voor de eigen collectieve capaciteit om te leiden. Vandaar ook de oproep om van regerende klasse te wisselen, en met haar de politiek waarvan ze en de vector en de marker is.
Vertaling: Rhoddy Petit