Het gaat niet goed in Haïti, echt niet. De eerste minister, Jean Henry Céant, diende ontslag te nemen. Jean Michel Lapin werd naar voor geschoven als nieuwe eerste minister, maar hij legde nog niet de eed af en er is nog geen nieuwe regering. Gewapende bendes profiteren van het machtsvacuüm en het heersende klimaat van straffeloosheid. De facto zwaaien zij de plak in heel wat wijken van de hoofdstad en ver daarbuiten. Veel mensen voelen zich onveilig en aan hun lot overgelaten. Ondertussen verslechterd de socio-economische situatie dramatisch.
De politieke situatie blijft zorgwekkend. Op 18 maart zorgden de leden van de kamer van volksvertegenwoordigers ervoor dat eerste minister Jean Henry Céant zijn ontslag indiende. Op 21 maart werd Jean Michel Lapin aangesteld om de lopende zaken af te handelen. Tot vandaag blijft het wachten op de effectieve aanstelling van Jean Michel Lapin als eerste minister en de vorming van een nieuwe regering.
President Jovenel Moïse wenst dat er spoedig een nieuwe regering gevormd wordt, want zowel het Internationaal Monetair Fonds (IMF) als de Europese Unie hebben laten verstaan dat ze niet meer met geld over de brug komen zolang er geen nieuwe regering is gevormd. Een nieuwe regering is ook nodig om een begroting op te stellen.
Als Jean Michel Lapin premier zou worden, zou hij al de derde eerste minister zijn die tijdens het presidentschap van Jovenel Moïse wordt aangesteld.
Verschillende organisaties van de oppositie mobiliseerden mensen om te protesteren tegen het wanbeleid. Ze deden dit op 29 maart, de dag waarop 32 jaar geleden, in 1987, de nieuwe Haïtiaanse grondwet werd geratificeerd. De oppositie klaagt de achteruitgang op socio-economisch vlak aan, de toenemende onveiligheid en de verspilling van overheidsgeld.
De laatste maanden steeg de prijs van levensnoodzakelijke producten tot ongekende hoogte. Nadat het land werd lamgelegd door de rellen van 7 tot 18 februari, stegen de prijzen van verschillende basisproducten met meer dan 50%. De inflatie bereikt een piek van 17% in de maand mei.
Toenemende onveiligheid
Bijna dagelijks zijn er conflicten die met wapengeweld beslecht worden. Zo werd in mei een marktkramer in het centrum van Port-au-Prince vermoord. Daarop trokken tientallen handelaars door de straten van de hoofdstad om te protesteren tegen het toenemende geweld.
Verschillende bandieten en bendeleiders blijken banden te hebben met politici die hen een hand boven het hoofd houden. Zo eist de gerechtelijke politie dat het parket van Port-au-Prince de directeur-generaal van het ministerie van Binnenlandse Zaken arresteert samen met een volksvertegenwoordiger omwille van hun betrokkenheid bij het bloedbad in de wijk La Saline van 13 november 2018. In deze wijk van Port-au-Prince kwamen bij een treffen tussen de politie en gewapende bendes minstens 71 mensen om het leven. Anderen ‘verdwenen’, verschillende vrouwen werden verkracht, huizen werden vernield en in brand gestoken.
In de maand april kwam aan het licht dat senator Garcia Delva regelmatig telefoneerde met de bendeleider Arnel Joseph. Aanvankelijk ontkende de senator alles, maar na grondig onderzoek van zijn telefoonverkeer bleek dat Garcia Delva tussen 7 en 22 februari meer dan 20 keer had getelefoneerd met Arnel Joseph. Eén van die gesprekken duurde zelfs een kwartier.
Er doken geruchten op dat Garcia Delva op vraag van president Jovenel Moïse, aan Arnel Joseph en zijn gewapende bendeleden de opdracht zou gegeven hebben om op donderdag 14 februari in Port-au-Prince een ‘demonstratie van hun macht’ te geven. Op dat moment werd het land lamgelegd door een uitbarsting van volkswoede. De manifestanten eisten het ontslag van Jovenel Moïse.
Op 4 april begon de politie met een klopjacht in Marchand Dessalines, dat gelegen is in het departement van de Artibonite, om Arnel Joseph te arresteren. Alle moeite was tevergeefs.
Op vrijdag 19 april voerden gewapende mannen een aanval uit op het politiecommissariaat van Petite Rivière de l’Artibonite. Daarbij werd een politieagent gewond.
Op maandag 22 april gaven gewapende bandieten, waaronder bendeleden van Arnel Joseph, een ‘demonstratie van hun macht’ waarbij ze paniek zaaiden onder de bevolking van Petite Rivière de l’Artibonite.
De laatste tijd zou Arnel Joseph maar liefst 4 keer personen ontvoerd hebben, die pas vrij gelaten werden na het betalen van losgeld. Naast het stelen van verschillende voertuigen verkrachtten de mannen van Arnel Joseph verschillende vrouwen. In 2011 werd Arnel Joseph gearresteerd voor illegaal wapenbezit.
Pierre Espérance krijgt doodsbedreigingen
De verdediger van de mensenrechten en directeur van de organisatie RNDDH (Réseau National de Défense des Droits Humains) Pierre Espérance werd eind april bedreigd met de dood. Verdachte individuen circuleerden met moto’s in de buurt van het lokaal van de RNDDH.
De mensenrechtenorganisatie blijft de ‘omgang’ tussen de autoriteiten en de gewapende bendes veroordelen. Justitie gaat soms over tot de vrijlating van notoire bandieten na interventies van regeringsverantwoordelijken.
In een rapport dat op 3 mei werd voorgesteld betreurt RNDDH dat gewapende bendes bescherming krijgen van officiële gezagsdragers. Ze zijn beter uitgerust dan de agenten van de politie die ze regelmatig op de vlucht jagen.
Tijdens de eerste drie maanden van 2019 werden 101 mensen vermoord, waaronder 13 politieagenten. Buitenlanders worden niet gespaard in deze situatie van onveiligheid die zich over heel het land verspreid als een olievlek. Het konvooi van de Chileense ambassadeur werd aangevallen toen het op weg was om een drinkwaterproject in te huldigen. Daarbij werd een chauffeur gedood. Een Amerikaanse arts werd gedood met 3 kogels terwijl hij in de Artibonite een transport van medicijnen begeleidde.
Het rapport van RNDDH onthult dat verschillende zones gecontroleerd worden door gewapende bandieten. Ze verplichten de kleine handelaars en de commerciële bedrijven geld te betalen om hun activiteiten in de betreffende zones te kunnen verderzetten.
De gewapende bendes fouilleren systematisch de voertuigen die instaan voor het openbaar vervoer en ze stelen goederen van vrachtwagens.
Het mensenrechtenrapport veroordeelt het feit dat de Haïtiaanse justitie gegijzeld wordt door magistraten die zich laten beïnvloeden en die corrupt zijn. Veel magistraten worden benoemd door de uitvoerende macht terwijl dit een flagrante schending is van de wet die voorziet dat de Hoge Raad voor de Justitie groen licht moet geven voor elke benoeming.
RNDDH betreurt enerzijds de erbarmelijke levensomstandigheden in de gevangenissen, anderzijds veroordeelt de mensenrechtenorganisatie de precaire economische situatie van het land. Ze verwijst hierbij naar de spectaculaire waardevermindering van de gourde tegenover de Amerikaanse dollar en de prijsverhogingen van levensnoodzakelijke producten.
De bevolking lijdt, terwijl de parlementsleden genieten van privileges, die het land zich niet kan veroorloven. Zo tonen ze hun misprijzen ten opzichte van de armoede en de miserie van de bevolking.
Het PetroCaribe Fonds
Het corruptieschandaal in verband met het verduisteren van geld van het PetroCaribe Fonds blijft de gemoederen beroeren. Op 31 januari publiceerde het Rekenhof een gedeeltelijk rapport. Een tweede rapport van 612 bladzijden werd op 31 mei gepubliceerd. Dit laatste rapport bevestigt wat reeds duidelijk geworden was na het verschijnen van het eerste rapport: er zijn heel wat onregelmatigheden gebeurd bij de besteding van geld van het PetroCaribe Fonds. Veel projecten die het Rekenhof onderzocht werden slecht beheerd. Er is sprake van samenzwering, favoritisme en verduistering van geld. Het beheer van het fonds werd zo ingewikkeld gemaakt dat het bijna niet te achterhalen is waarvoor het geld van het fonds eigenlijk werd gebruikt.
Duidelijk is wel dat de firma Agritrans van Jovenel Moïse betrokken is bij de fraude met het PetroCaribe Fonds. Toen dit opnieuw door het tweede rapport bevestigd werd, eiste een deel van de oppositie dat president Jovenel Moïse zijn ontslag zou indienen. Het Rekenhof roept op dat het geld van het PetroCaribe Fonds dat voor verkeerde doeleinden werd gebruikt, gerecupereerd wordt. De groep ‘PetroChallengers’ eist dat de schuldigen naar de gevangenis gebracht worden.
Na de bekendmaking van het tweede rapport van het Rekenhof braken er in Port-au-Prince rellen uit waarbij de demonstranten ook het ontslag van Jovenel Moïse eisten. Tijdens deze protesten kwamen minstens twee mensen om het leven.
De president heeft het land in een zware crisis gestort. Er is crisis op sociaal, financieel, moreel, institutioneel en binnenkort ook op electoraal vlak, want normaal gezien moeten er in oktober verkiezingen komen.
De machthebbers hebben alle geloofwaardigheid verloren en hebben geen enkele legitimiteit meer.
De Dominicaanse Republiek
In het buurland van Haïti is er ongerustheid over het vertrek van de Minujusth uit Haïti. De Verenigde Naties beslisten om deze missie ter ondersteuning van justitie in Haïti niet langer te verlengen. In de Dominicaanse Republiek vreest men dat door het vertrek van de blauwhelmen de vrede en de stabiliteit op het eiland bedreigd wordt. Ze vinden het, nu Haïti in een zware politieke en economische crisis zit, niet het geschikte moment om de Minujusth op te doeken.
De spanningen tussen de twee buurlanden blijven bestaan. De eerste drie maanden van dit jaar werden 23.941 Haïtianen uit de Dominicaanse Republiek gerepatrieerd naar Haïti. Er waren ook 265 Haïtianen die vrijwillig naar Haïti gingen. Onder de gerepatrieerden bevonden zich 79 niet begeleide minderjarigen. Deze cijfers zijn afkomstig van GARR, een organisatie die vluchtelingen en gerepatrieerde Haïtianen opvangt.
Het cycloonseizoen staat voor de deur
Volgens de voorspellingen zouden tijdens het cycloonseizoen dat begint op 1 juni en eindigt op 30 november, 13 onweders en 5 orkanen over Haïti trekken. Het land blijft kwetsbaar voor natuurlijke catastrofes omwille van zijn ontoereikende infrastructuur.
Eind mei viel er een dode bij overstromingen in Cabaret, gelegen in het noorden van de hoofdstad. Er waren ook overstromingen in Canaan, een grote agglomeratie ten noorden van Port-au-Prince waar veel slachtoffers van de aardbeving van 12 januari 2010 een nieuw onderkomen zochten.
De afgelopen maanden waren er ook enkele lichte aardbevingen. Haïti blijft gevoelig voor natuurgeweld.