Een waardig boek van onwaardig behandelden
Ravine L’Espérance is een non-fictierelaas in romanvorm. ATD Quart Monde (ATD Vierde Wereld) publiceerde het in eigen beheer. Op 23 maart is er tussen 16u en 18 u een voorstelling van en rond het boek in Espace Senghor in Brussel.
Het idee voor dit boek is ontstaan enkele maanden na de aardbeving, met mensen die de aardbeving overleefden. Er werd een schrijfatelier georganiseerd met een vijftiental mensen. Uiteindelijk werkten zeven mensen mee, verbonden met ATD Quart Monde in Haïti.
Het boek is geïnspireerd door het dagelijkse leven en de dagelijkse strijd van de inwoners van een zeer arme wijk in Port-au-Prince. Het is een verhaal van de solidariteit die ontstaat tussen de inwoners van deze wijk, en ook met de mensen die hen komen helpen om het dagelijkse leven te verbeteren.
Het boek vertelt het verhaal van personages die leven in een sloppenwijk ten zuiden van Port-au-Prince, een week voor de aardbeving, tijdens de aardbeving, en daarna … Ze vertellen hoe ze de aardbeving hebben meegemaakt en hoe het was na de aardbeving… hoe ze het heft in handen namen om er door te geraken… en wat er nadien van hen is geworden.
Het verhaal vertrekt van één personage, een figuur in de wijk, een moedige dame die al meer dan 10 jaar voorschoolse opvang organiseerde in haar kinderdagverblijf voor een vijftigtal kinderen. Deze plek was bijzonder in de wijk en gaf mensen hoop dat het leven zou veranderen met de komende generaties….
Het schrijven van het boek was een proces dat zeven jaar vergde om de ervaring van de inwoners die het verhaal voeden, samen te brengen in een geheel. Het verhaal begint één week voor de aardbeving, de dag zelf van de aardbeving van 12 januari 2010 en het epiloog 5 jaar later.
In de roman komen verschillende stemmen aan bod die ons vertellen over het Haïtiaanse volk. Het is een verhaal van moed, van strijd, van leed, van dagelijks geweld dat gedeeld of beleefd wordt. Ook van de veerkracht van dit fantastische volk dat niettegenstaande alles blijft zoeken naar een waardig leven, als een erfenis van hun voorouders die in 1804 weigerden in slavernij te blijven leven. ATD Quart Monde is al 30 jaar actief in Haïti, o.a. in de sloppenwijken van Port-au-Prince, die het kader vormen van deze roman.
Hierna ook een kort uittreksel uit het boek, om het even te proeven….
… Hoe haalde ik het toch in mijn hoofd Jésula te vragen alleen naar daarboven te gaan? Zelfs al heeft Célom haar getoond waar ze de bladeren kan vinden, dan nog heb ik ze nooit zo ver alleen weggestuurd! God weet wat er nu met haar kan gebeuren! De kleine meid kan verloren lopen en, zelfs op een zondag morgen, rare dingen tegenkomen. Wat moet ik aan haar moeder zeggen als haar iets zou overkomen?
Van de andere kant kon ik zelf niet naar boven klimmen en mijn man met die verdomde koorts achterlaten. En dan is er nog Fati die juist vandaag met haar ingenieur moet langskomen. Ze hebben wel hun dag gekozen… Ik begrijp wel dat ze op ons rekent en dat het aan ons is aan de “grote chef” te laten weten wat we voor onze wijk van hem verwachten. Anders moeten we achteraf niet komen klagen. Maar vandaag staat mijn hoofd er echt niet naar, o nee. Vandaag zie ik het niet zitten…
Ik was beter gisteren gaan vasten op de Moryah-berg, dan had ik hier vandaag niet als een ongelovige vol twijfels gezeten. Komaan, ouwe sok, kom in actie!
Denk aan Eliane en haar dochter… Ze zal die toch niet achterlaten in de klauwen van die Boss Georges! Ze hoopt een grote slag te slaan maar het is niet zeker dat haar Marylove erbij zal winnen! Wat had ze gehoopt toen ze mij erover aansprak? Ik kon toch niet een gat in de lucht springen van blijdschap alsof ze mij verteld zou hebben dat ze de goede nummers geloot had bij de borlette. Ik heb bovendien een hekel aan die loterij. Die zaak gaat niet goed aflopen volgens mij. Neen, ik heb er geen goed oog in.
Mijn man is nog niet goed ter been. Ik hoop maar dat Fati en haar “grote chef” aankomen voordat ik mijn man zijn bad met geneeskrachtige kruiden moet geven. De waskuip staat al in de zon en het water moet nu wel lekker lauw zijn. Mijn man zou nogal een mal figuur slaan als hij daar in zijn blootje zou staan terwijl de anderen binnenvallen. Ik kan alleen maar afwachten… Ik zit hier, mijn hoofd draait als een tol, dan weer naar de berg om te zien of het meisje nog niet terugkomt, dan weer naar het ravijn om uit te kijken naar Fati en haar grote mijnheer. Ik krijg er zowaar hartkloppingen van.
Daarstraks zag ik Marylove achter haar moeder naar de mis sloffen, ze leek wel voortgetrokken door een onzichtbare koord als een geitje dat men de keel gaat doorsnijden. Wat gaat er nu om in haar hoofdje? Te allen prijze dit droevige oord ontvluchten? Heeft Fénelon haar uitgelegd wat een burgerlijke akte betekent? Of heeft ze uit zichzelf begrepen wat voor haar de gevolgen zullen zijn? Gisteren was ze nog bij mij, nieuwsgierig en vol vertrouwen. Ze bleef maar naïef aandringen op een antwoord: “Wat is een burgerlijke akte? Wat is toch een burgerlijk akte?”. Zeggen dat die sinistere Boss Georges gemakkelijk haar vader zou kunnen zijn! Lieve God, een burgerlijke akte is toch geen geboortebewijs! Vinila, waarom heb je die kleine toch niets gezegd? Waarom heb je niet aan Eliane vierkant je mening gegeven over die zaak?
En Jésula die maar niet opduikt. Als het nog langer duurt, sterf ik van onrust over haar!
Door het open venster laat ik mijn ogen dwalen over deze buurt die haast verpletterd wordt onder de zon. Ik klop mijn pijp uit op de vensterboord. Meer kan ik niet doen, alsof ik daarmee mijn angsten zou kunnen verjagen. Mijn man ligt, badend in zijn zweet, met wazige ogen in bed te dommelen. Ik kan alleen maar bidden…
Grote Meester, Je zal hem toch niet van mij afpakken? En ook de kleine Jésula niet, die Je mij toevertrouwd hebt? Ik heb al genoeg problemen gehad. Moeder Gods, jij weet dat ik mijn kleine meid, de enige vrucht van mijn buik, heb moeten “achterlaten” omdat ik niet voor haar kon zorgen. Dit jaar, komende 12 januari, zou ze haar achttien lentes gevierd hebben.
Hoe zou ik haar kunnen vergeten? God, Grote Meester van mijn hart, maak dat op een dag mijn dochter, vlees van mijn vlees, voor mij zal staan en zeggen “Manman mwen la, Mama hier ben ik terug.”. Almachtige Vader, ik heb haar nooit achtergelaten! Constant herken ik haar in ieder gezicht dat ik kruis: Jésula, Dany, Alice, Marylove … vooral Marylove sinds ik vernam dat ze maar enkele dagen ouder is dan mijn baby. Oh lieve God, ’t is net vandaag haar achttiende verjaardag!
Wis en waarachtig, Grote Meester, ik beloof je dat ik met Eliane zal praten zodra Fati en haar ingenieur weg zullen zijn. …
Met dank aan ATD Quart Monde.
Meer informatie
Het boek Ravine L’Esperance verscheen in het Frans in 2017, uitgegeven door Editions Quart Monde. Het kost 10 Euro en is te verkrijgen bij ATD Quart Monde, in Etterbeek, zie:
https://www.atd-quartmonde.fr/produit/ravine-lesperance/ en
https://atd-quartmonde.be/commandez-ravine-lesperance-de-jean-michel-defromont/
Op zaterdag 23 maart 2019 om 16u organiseert het Plateforme Haïti.be in samenwerking met ATD Quart Monde en Echange et Synergie een ontmoeting en voorstelling rond het boek : in Espace Senghor, Chaussée de Wavre 366, 1040 Brussel