Auteur: Colette Lespinasse, correspondente Coördinatie Europa Haïti
Op 7 februari 2019 zou president van Haïti Jovenel Moise zijn twee jaar aan de macht vieren. In plaats van de gebruikelijke feestelijkheden en inhuldigingen van voltooide projecten die zo’n verjaardag gewoonlijk met zich meebrengt, meldt de president aan de Haïtiaanse bevolking dat hij de “economische noodtoestand” heeft afgekondigd. Een nogal bizar concept dat niet gebaseerd is op enige rechtsgrond en waarvan de inhoud helemaal niet wordt uitgelegd. Hoe ver kan deze economische noodsituatie gaan? Sommige critici geloven dat de president op zoek is naar een voorwendsel om dollardeposito’s aan te boren bij de Haïtiaanse banken.
De begeleidende maatregelen bij deze aankondiging van de economische noodsituatie maken menigeen aan het lachen: beperkt gebruik van staatsvoertuigen, vermindering van de provisie voor telefoonkaarten, oprichting van volkskantines, volledige stopzetting van de douanevrijstellingen, enz. Er wordt niets gezegd over het Parlement, dat nochtans zwaar bekritiseerd wordt vanwege de overvloedige uitgaven en de opzienbarende levensstijl van sommige parlementariërs. Er is ook geen enkele verandering aangekondigd in de nationale begroting ter ondersteuning van deze maatregelen, waarvan sommige al herhaaldelijk zijn afgekondigd – zonder enig resultaat.
Hoe kunnen we deze verslechtering van de economische situatie in Haïti begrijpen, die voor de regering aanleiding was om deze “noodtoestand” af te kondigen? Sinds begin 2019 is het verval van alle economische indicatoren in Haïti versneld. De inflatie is wijdverbreid, de lokale munt verliest elke dag punten en essentiële zaken zijn meer dan 50% duurder geworden. De koopkracht van de overgrote meerderheid van de bevolking smelt als boter in de zon. Het begrotingstekort wordt aangewezen als een van de belangrijkste oorzaken van deze situatie. Sinds Jovenel Moise aan de macht kwam, hebben de Haïtiaanse leiders de slechte gewoonte aangenomen om een reeks uitgaven te doen waarvoor geen budgettaire voorziening was. We wisten bijvoorbeeld nooit waar het geld vandaan kwam voor de zogenaamde “karavaan van veranderingen” die de president heeft opgezet door met veel publiciteit en vrienden het land rond te reizen. Tegelijkertijd krimpen de inkomsten van het land en daalt de internationale hulp. Deze factoren samen droegen bij aan de ontwaarding van de lokale munt, van 62 gourdes begin 2018 tot meer dan 80 gourdes een jaar later. De impact op het toch al precaire leven van de bevolking is enorm. Elke keer dat er nu een petroleumrekening moet betaald worden, kan de BMPAB (de instelling die de bestellingen afhandelt) de benodigde dollars niet vinden. Omdat ze niet betaald worden, brengen boten geladen met petroleum meerdere dagen door in de haven van Port-au-Prince vooraleer te kunnen leveren. Geregeld is het land bijna door zijn voorraad heen.
In deze context is de vorig jaar reeds begonnen opstandigheid tegen de regering in een stroomversnelling geraakt. De burgers zijn niet opgezet met een staat die hun middelen verspilt zonder hen de noodzakelijke basisdiensten te verlenen. Het verslag van het Rekenhof over het gebruik van de Petrocaribe-fondsen (voor de aankoop van Venezolaanse olie tegen preferentiële prijzen) is een schandaal. Het toont de omvang van de corruptie en het wanbeheer van deze fondsen, die de bevolking nu moet terugbetalen. Dit verslag over het faillissement van de verschillende instellingen, die verondersteld zijn de verdediging van de belangen van het land, met inbegrip van het Parlement, op te nemen, heeft de afgelopen dagen bijgedragen in het katalyseren van de energie naar een grote mobilisatie ten gunste van een grondige hervorming van de staat. “Het systeem dat ons bestuurt, creëert alleen maar ellende en uitsluiting. We moeten er dus van af. Daarom is het noodzakelijk om de staat op een nieuwe basis te hervormen en, indien nodig, de grondwet te herzien”, verklaren veel jongeren in de straatdemonstraties die zich sinds 7 februari 2019 over het hele land hebben verspreid.
Maar hoe kan deze hervorming van de Haïtiaanse staat er komen? Welke kracht is in staat om het leiderschap op zich te nemen? Volgens oppositiegroepen moet Haïti een “nationale conferentie” organiseren om zijn toekomst in volledige soevereiniteit te bespreken, te beginnen met het aftreden van president Jovenel Moise, die volgens hen niet in staat is het land te besturen. Geconfronteerd met een toenemende druk beginnen sommige invloedrijke economische spelers zich te positioneren. Een van hen vroeg de president zelfs om zijn mandaat op te geven of in te korten, als een eervolle uitweg uit de crisis en om de organisatie van vervroegde algemene verkiezingen te vergemakkelijken.
Terwijl een belangrijke fractie van de oppositie alleen zweert bij het ontslag van de president van de republiek, zijn sommige actoren een beetje sceptisch en zelfs bezorgd over het alternatief om hem te vervangen, omdat dit niet de eerste keer is dat een president onder dezelfde omstandigheden zijn ambt neerlegt in Haïti. Als de storm voorbij is, herwint de staatsmacht die het land altijd heeft geregeerd zijn kracht, inderdaad met nieuwe actoren, maar zonder enige echte koerswijziging. En beetje bij beetje start de machine weer op om verder te werken zoals voorheen. Zal het deze keer anders zijn? Wat zijn de parameters waaraan moet worden gewerkt om ervoor te zorgen dat deze nieuwe mobilisatie voordelen oplevert voor de gegriefde bevolking? Dit is een belangrijke en dringende taak voor de huidige politieke actoren die in Haïti de oppositie leiden. Zullen zij in staat zijn om ditmaal het verschil te maken en de weg te vinden die de natie uiteindelijk zal helpen om op nieuwe fundamenten te bouwen?