Actueel december 2020

De situatie in Haïti is alarmerend. Vooral de inwoners van de hoofdstad krijgen te maken met terreur van criminele bendes, die straffeloos hun gang kunnen gaan. Politiek verglijdt de toestand in de richting van een dictatuur. Er is voedselonzekerheid en hongersnood. Toch hult de internationale gemeenschap zich vooral in stilzwijgen.

Op 22 september installeerde president Jovenel Moïse 9 leden van de nieuwe Voorlopige Kiesraad. Dit gebeurde op een illegale manier, want de leden van de Voorlopige Kiesraad legden de eed niet af voor het Hof van Cassatie, zoals voorzien in de grondwet. De president waarschuwde de nieuwe leden voor de vele negatieve reacties die ze zouden krijgen vanuit de verschillende sectoren van de samenleving. Hij zei dat velen de huidige politieke klasse en de democratische instellingen in diskrediet willen brengen.

Er werd vanuit de Verenigde Staten druk uitgeoefend op de Haïtiaanse overheid om een nieuwe Voorlopige Kiesraad samen te stellen, die dan verkiezingen zou kunnen organiseren. De Amerikaanse regering vindt dat er in een goed functionerende democratie, naast een regering ook een parlement dient te zijn. Momenteel is er geen parlement meer en regeert de president via decreten.

Waar de Amerikaanse autoriteiten geen rekening mee houden is dat in het huidige klimaat geen transparante en eerlijke verkiezingen gehouden kunnen worden. Een twaalftal Amerikaanse mensenrechtenorganisaties veroordelen de druk die de administratie van president Trump uitoefent op het regime van Jovenel Moïse. Ze vinden dat de toename van het geweld en de systematische schendingen van de mensenrechten, vrije en transparante verkiezingen onmogelijk maken.

De Franse ambassade in Haïti liet weten dat er vooraleer er verkiezingen gehouden kunnen worden, een aantal voorwaarden dienen vervuld. De kiezers moeten vrij hun stem kunnen uitbrengen, zonder bedreigingen door illegale gewapende groepen.   

Naast het blinde geweld en de terreur waar de bevolking dagelijks mee te maken krijgt en dat verkiezingen onmogelijk maakt, is er ook discussie over de productie van identiteitskaarten door de Duitse firma Dermalog. Tot tweemaal toe werd dit contract niet gevalideerd door het Rekenhof. Er zouden dus verkiezingen georganiseerd worden, waarbij er onenigheid is over de identiteitsbewijzen.

Naast het organiseren van verkiezingen moet de door Jovenel Moïse samengestelde Voorlopige Kiesraad een referendum houden over een nieuwe grondwet. Dit is een schending van artikel 284-3 van de huidige grondwet waarin staat dat ‘elke raadpleging van de bevolking, met het oog op het wijzigen van de grondwet via een referendum, formeel verboden is’. Toch blijft de president halsstarrig vasthouden aan een referendum over de grondwet. Hij krijgt hiervoor heel wat kritiek zowel van diverse politieke sectoren als van mensenrechtenorganisaties.

Spiraal van geweld

Van januari tot augustus 2020 werden 944 mensen doodgeschoten. In dezelfde periode waren er 124 kidnappingen. Het geweld escaleert. De politie laat de gewapende bendes, die overal terreur zaaien, gewoon begaan. Zo wordt onder andere de wijk Bel Air in Port-au-Prince sinds eind augustus geterroriseerd door bendes die moorden en brand stichten. De bewoners laten have en goed achter en vluchten in paniek weg.

Wanneer er betogingen zijn die de onveiligheid aanklagen, gebruikt de politie traangas en drijft ze de manifestanten uiteen. Wanneer bendes gewelddadig te werk gaan, kijkt de politie de andere kant op.

Begin november werden een aantal straten in Port-au-Prince geblokkeerd door betogers die verschillende auto’s dwars over de weg zetten. Op de voertuigen waren foto’s aangebracht van door iedereen gekende slachtoffers van geweld, zoals Monferrier Dorval, Grégory Saint-Hilaire en Evelyne Sincère.

Monferrier Dorval, stafhouder van de orde van advocaten van Port-au-Prince, werd op 28 augustus vermoord in zijn huis. De advocaten van de hoofdstad hielden verschillende betogingen om gerechtigheid te vragen. De internationale conferentie van advocaten eiste in een open brief aan Jovenel Moïse dat een internationale commissie een onderzoek zou voeren naar de moord. Uiteindelijk werden door de gerechtelijke politie de vermoedelijke daders van de moord opgepakt.

Grégory Saint-Hilaire, een student, werd op 2 oktober doodgeschoten in een lokaal van de universiteit van Haïti. Een agent schoot hem in de rug. Politieagenten gebruikten traangas en er brak brand uit in de bibliotheek van de faculteit waar Grégory studeerde. De rector en de professoren van de universiteit protesteerden tegen deze barbarij. In de daarop volgende dagen demonstreerden de studenten. Ze wierpen barricades op en staken verschillende voertuigen van de overheid in brand.

Evelyne Sincère, een schoolmeisje, werd vermoord teruggevonden. Sommigen zeggen dat de bendeleider ‘Barbecue’ verantwoordelijk is voor deze moord en dat politieagenten niet tussenbeide kwamen.

Corruptie

Op een symposium eind oktober riep president Jovenel Moïse alle functionarissen van de staat op om corruptie te bestrijden. Ironisch genoeg wordt Moïse zelf beschuldigd van verduistering van overheidsgeld met zijn onderneming ‘Agritrans’, die betrokken was bij het schandaal rond het PetroCaribe fonds.

In augustus 2019 vroegen verschillende mensenrechtenorganisaties aan het Nationaal bureau van Identificatie om de registratie en distributie van nieuwe identiteitskaarten uit te stellen. De organisaties vermoedden dat er corruptie in het spel was. Ondanks hun bezwaren werd, zonder gunstig advies van het Rekenhof, het contract voor de uitgave van de nieuwe nationale identiteitskaarten toegewezen aan de Duitse firma Dermalog. In een open brief, geadresseerd aan de Duitse ambassadeur in Haïti, met kopieën voor Transparency International, de Europese Unie, de groep van landen tegen corruptie en de Duitse pers, wordt gewezen op de onregelmatigheden bij de totstandkoming van het contract tussen de Haïtiaanse autoriteiten en de firma Dermalog.

Op 6 november werd een presidentieel decreet van kracht waardoor het Rekenhof buitenspel werd gezet. Het Rekenhof controleert de overheidsuitgaven en heeft het recht om alle overheidsadministraties door te lichten. Zo staat het geschreven in artikel 200.4 van de grondwet van 1987. Er was dan ook veel protest tegen dit autocratisch en ongrondwettelijk presidentieel decreet. Het wordt gezien als een poging van het heersende regime om elke controle op corrupte praktijken en verduisteringen van overheidsgelden uit te schakelen. Jovenel Moïse verdedigde zijn decreet door te verklaren dat het Rekenhof een blokkeringsinstelling is die verhindert dat sommige projecten gerealiseerd worden. Door het uitschakelen van het Rekenhof zet het heersende regime weer een stap op de weg die leidt naar een dictatuur.

Voedselschaarste

De socio-politieke crisis, het klimaat van onveiligheid en de socio-economische impact van de Covid-19 pandemie zijn de belangrijkste oorzaken van de toenemende voedselonzekerheid in Haïti, zeggen zowel de FAO, de organisatie voor voedsel en landbouw van de Verenigde Naties, als het wereldvoedselprogramma (PAM). Ze dringen erop aan dat er zo vlug mogelijk voedselhulp gestuurd wordt naar de landelijke gebieden die bijzonder hard getroffen zijn door de nefaste gevolgen van de crisis. Alleen op die manier kunnen de levensomstandigheden van  de meest kwetsbaren verbeterd worden.

Volgens een rapport dat op 6 november werd gepubliceerd, bevinden zich 4 miljoen mensen of 40% van de Haïtiaanse bevolking, in een situatie van voedselonzekerheid. De agentschappen van de Verenigde Naties vrezen dat de voedselcrisis nog zal toenemen tijdens de maanden maart, april, mei en juni 2021. De waardevermindering van de gourde tegenover de Amerikaanse dollar doet de prijzen voor de basisproducten alleen maar stijgen. Vele gezinnen leveren dagelijks strijd om te overleven.

Covid-19

Haïti blijkt minder zwaar getroffen door de coronapandemie dan aanvankelijk gevreesd. Dat is positief nieuws. Een eenvoudige verklaring hiervoor is er niet. Sommigen denken dat de ‘jonge’ bevolking van Haïti, 50% van de bevolking is jonger dan 25 jaar, hiervoor verantwoordelijk is, maar helemaal zeker is dit niet.

De internationale gemeenschap

Door de Covid-19 pandemie plooiden veel landen op zichzelf terug en was er de laatste maanden heel weinig aandacht voor de situatie in Haïti.

Het ‘Plateforme Haïti de Suisse’ lanceerde eind september een petitie, waarin ze de schrijnende situatie in Haïti aanklagen. De Zwitsers wijzen op de schendingen van de politieke, economische en sociale rechten van de Haïtianen. Ze veroordelen het gewelddadig optreden van de politie, de slecht functionerende justitie en de straffeloosheid die daarvan het gevolg is. Ze hekelen de onverschilligheid van de internationale gemeenschap tegenover deze tragedie. De ondertekenaars van de petitie roepen op om gezamenlijke en concrete initiatieven te nemen om de democratie te herstellen en de mensenrechten te doen respecteren.

Het ‘Platforme Haïti-Belgique’ voert actie met als slogan ‘Stop silence Haïti’. In een document, gepubliceerd op 19 oktober op de website van de krant La Libre Belgique, roepen 82 nationale en internationale organisaties op om een eind te maken aan de stilte die heerst over Haïti. Het gaat om Haïtiaanse, Franse, Belgische, Canadese, Spaanse, Duitse en Beninese organisaties, waaronder vakbonden, NGO’s, boerenbewegingen, burgerbewegingen en feministische organisaties. Ze stellen vast dat de situatie in Haïti verergert en gekenmerkt wordt door verarming, corruptie, terreur en straffeloosheid. Ze eisen verandering. Ze roepen de Core Group op om zich met alle diplomatieke middelen te verzetten tegen elke voorgestelde wijziging van de grondwet. Ze vinden ook dat in de huidige omstandigheden geen verkiezingen kunnen georganiseerd worden. Verder zijn ze ontevreden over de politieke steun die president Jovenel Moïse krijgt van de Verenigde Staten. Ze verwijten andere landen en de Europese Unie dat ze zich onderwerpen aan de politiek van de Trump administratie.

Geïnspireerd door het ‘Platforme Haïti-Belgique’ en in het kader van de beweging ‘Stop silence Haïti’ stelde mevrouw Gwenaëlle Grovonius van de partij PS, op 23 november, een parlementaire vraag aan de heer Pierre-Yves Jeholet, minister president van de Franstalige Gemeenschap in België. Daarin vraagt ze aandacht voor de toestand in Haïti.

Nieuwe ambassadeur

Op 12 november benoemde president Jovenel Moïse een aantal nieuwe ambassadeurs. Jesse Jean werd benoemd als ambassadeur in België.

Overlijden Gérard Gourgue

Op 4 december overleed in Port-au-Prince op 95 jarige leeftijd Gérard Gourgue, advocaat, politicus en verdediger van de mensenrechten. Tijdens de jaren ’70 richtte Gourgue de Haïtiaanse liga voor de mensenrechten op en bestreed hij het dictatoriale regime van Jean-Claude Duvalier. Na de verdrijving van Duvalier was hij eventjes minister van justitie. In 2012 maakte cineast Arnold Antonin een film over zijn leven.