Vertières, Haïti, 18 november 1803

Jean-Claude Bruffaerts et Jean-Marie Théodat, Après Vertières. Haïti, épopée d’une nation, Langres, Hémisphères et Maisonneuve Larose, 2023. Bewerking en vertaling Paul De Wolf.

In “Après Vertières. Haïti, épopée d’une nation” analyseren Jean-Claude Bruffaerts en Jean-Marie Théodat de veldslag die het sluitstuk vormde van de Haïtiaanse Onafhankelijkheidsoorlog, èn meteen ook de uiteenlopende verslagen erover.

Het boek blikt terug op de slag bij Vertières op 18 november 1803, die de onafhankelijkheid van Haïti tot stand

heeft gebracht. Op basis van vier documenten – de originele tekst is helaas verloren gegaan – die met opmerkelijke verschillen de overgave van de troepen van Napoleon beschrijven, voeren de auteurs een tweeledig onderzoek uit naar de gebeurtenissen zelf en naar de historische verhalen waarin deze zijn opgenomen. De Haïtiaanse overwinning aldaar op de Franse troepen was het sluitstuk van de onafhankelijkheidsoorlog die in 1791 begon èn tevens het “symbool van de breuk” waarmee Haïti een regelrechte uitdaging zou vormen voor alle koloniserende staten, voor het moderne denken en de drang naar emancipatie.

De auteurs hebben het dus zowel over de aanval op het Franse Fort Vertières, dat op een bepaald moment in de eindstrijd cruciaal werd bij de verdediging van de weg naar Le Cap Français, als over de plaats van dat gevecht binnen alle tegenstellingen aan de oorsprong van de Haïtiaanse revolutie. Ze herbekijken ook de dynamiek van die revolutie en brengen een meer verfijnde dialectiek die de interne spanningen, de wisselwerking tussen allianties, het feit dat sommige marrons aan de Franse kant vochten, enz. kan verklaren. Het lijdt geen twijfel dat de heropleving van het plantagesysteem door de Haïtiaanse revolutionaire leiders (idee van Toussaint Louverture!) en het felle verzet daartegen van de meerderheid van de voormalige slaven de kern vormen van deze dialectiek.

Dit essay herinnert er ons ook aan hoezeer de herinvoering van de slavernij in Guadeloupe door de Franse staat vanaf juni 1802 een katalysator was voor het verzet van de verschillende spelers in de Haïtiaanse revolutie. De technische en militaire superioriteit van de Fransen beschermde hen niet tegen de verwoestingen van de gele koorts. Het Franse invasieleger ging gepaard met een superioriteitsgevoel, een gebrek aan terreinkennis en een minachting voor de “inboorlingen” die fataal bleek. Maar er was bovendien ook nog de “triomfantelijke middelmatigheid” van Rochambeau, opperbevelhebber van het Franse leger, een typisch uitvloeisel van Napoleons triomfalisme aan de top van de Franse staat. In dit verhelderende boek poneren de auteurs twee prikkelende stellingen (pagina 90-91): “de revolutionaire ethiek van de voormalige slaven overtreft in moderniteit die van de Franse revolutionairen”. Bovendien is de invloed van de Franse Revolutie op de gebeurtenissen in Haïti geen eenrichtingsverkeer geweest en moet deze vanaf het begin ook andersom worden gezien: de voortdurende oproer van de slaven in de koloniën kan de Franse boeren en arbeiders in de Parijse voorsteden op ideeën hebben gebracht die, vermengd met weer andere ideeën, zouden gaan gisten, exploderen en radicaliseren tijdens de revolutie van 1789.

De versie over 18 november 1803 die nadien vooral in Haiti aan bod kwam, is het epische verslag dat in schoolboeken wordt/werd gebruikt. Twee Haïtiaanse historici uit de 19e eeuw, Thomas Madiou en Beaubrun Ardouin, maakten transcripties van de akte die op 19 november 1803 werd ondertekend. Zij hadden ongetwijfeld nog toegang, zo niet tot het officiële document dat aan Jean-Jacques Dessalines werd overhandigd en nu verloren is gegaan, maar wellicht nog wel tot levende getuigen van de veldslag die in hun tijd niet eens werd beschouwd als dè belangrijke gebeurtenis in de Haïtiaanse geschiedenis, die het nu is geworden. In die versie komen de termen: capitulatie, overgave en de toegestane tijd voor de evacuatie van de Franse troepen aan bod. Er blijven vragen over: waarom werd de akte niet ondertekend door Rochambeau? Wat was de rol van de Engelsen? En dan was er nog de kwestie van de evacuatie van de kolonisten die het eiland wilden verlaten en werden uitgenodigd om op 30 november in te schepen.

Maar, er bevindt zich ook een versie in de militaire archieven van Vincennes in Frankrijk. Dit is een transcriptie van de hierboven vermelde akte, opgesteld uit het hoofd, en deze keer goedgekeurd door Rochambeau. De auteur, de voorwaarden en de datum van opstelling zijn helaas onbekend. Het origineel is mogelijk door de Engelsen bewaard toen ze op de Franse vloot die Haïti verliet beslag konden leggen.

En dan is er nog een derde document, verkocht op een veiling, afkomstig uit de collectie van een notaris, dat nu eigendom is van de Association Haïti Patrimoine. Kritische analyse van dit document suggereert de handtekening van Rochambeau, terwijl anderen het toeschrijven aan Duveyrier. Het werpt wel de vraag op over het tragische lot van de honderden gewonde en zieke Franse soldaten die ter plekke door hun leiders in de steek werden gelaten; een verschrikkelijke gebeurtenis, een massamoord.

En ten laatste is er de Frans-Britse capitulatieakte. Die beschrijft de voorwaarden die Rochambeau onderhandelde met de Britten, die de baai van Cap Français blokkeerden, voor de evacuatie van zijn troepen. De wens van de Engelsen om de Fransen uit het Caribisch gebied te verdrijven en de volledige buit zelf in beslag te nemen, blijkt duidelijk uit deze tekst van 30 november 1803. Hierdoor ontnamen ze Dessalines een belangrijk startkapitaal voor de nieuwe Staat!

“Geschiedenis schrijven is een andere manier om de strijd voort te zetten”, schrijven Bruffaerts en Théodat. De verschillende historische documenten in “na Vertières” tonen betekenis-dragende verschillen. Er is een soort aanhoudend geheugenverlies aan de Franse kant; en er is het heroïsche en epische karakter aan de Haïtiaanse kant. In beide gevallen bestaat het risico dat de ‘volledige’ ervaringen uit het verleden worden verdoezeld, en dat de antagonistische dynamieken die vandaag de dag worden gereproduceerd in de voortdurende crisis in Haïti daarvan nog steeds een gevolg zijn.