Actueel maart 2022

Ariel Henry, die na de moord op de facto president Jovenel Moïse aangesteld werd als de facto premier, is nog steeds aan de macht. In januari, februari en maart waren er veel aardschokken en lichte aardbevingen. De slachtoffers van de aardbeving op 14 augustus, die het zuiden zwaar trof, wachten nog steeds op hulp. De terreur houdt aan en zorgt voor voedselonzekerheid en een torenhoge inflatie. De arbeiders en vooral arbeidsters die in onder andere de textielsector werken, eisen een hoger loon en betere arbeidsvoorwaarden. De overheid stopt de subsidiëring van Franstalige schoolboeken. De ‘Soup joumou’ werd erkend als immaterieel erfgoed en twee Haïtiaanse schrijvers ontvingen literaire prijzen.

Het land wordt nog steeds geleid door de facto premier Ariel Henry. Hij komt uit de partij ‘Tèt kalé’ die zich al enkele jaren vastklampt aan de macht. Van beleid is er nauwelijks sprake. Er is eerder een machtsvacuüm dat opgevuld wordt door gewapende bendes.
De Amerikaanse nieuwszender CNN maakte bekend dat Ariel Henry betrokken zou zijn bij de moord op de facto president Jovenel Moïse op 7 juli 2021. Een rechter die betrokken was bij het onderzoek naar de moord verklaarde dat Ariel Henry banden heeft en bevriend is met degenen die de moord beraamden.

Het akkoord van Montana

Op 30 augustus 2021 kwam het akkoord van Montana tot stand. In maart 2021 werd gestart met de werkzaamheden die tot dit akkoord hebben geleid. Er verschenen stralen van hoop aan de horizon. Het akkoord breekt met de dictatoriale praktijken, de corruptie, het uiterlijk vertoon, de arrogantie, de agressie tegenover de bevolking en het verduisteren van overheidsgeld door de huidige machthebbers.

De Nationale Transitieraad, die ontstond na de ondertekening van het akkoord van Montana, zet zich in voor een oplossing van de crisis in Haïti. Ze organiseerde verkiezingen waaraan afgevaardigden van verschillende middenveldorganisaties mochten deelnemen. Op 30 januari konden 42 afgevaardigden van organisaties en instellingen uit de sociale sector en van politieke partijen en groeperingen stemmen voor een president en een eerste minister die de breuk met de huidige gang van zaken en de overgang naar een nieuw regime zouden kunnen mogelijk maken. Fritz Alphonse Jean werd verkozen tot voorlopig president en Steven Irvenson Benoit werd gekozen als premier van de transitieregering.

De facto eerste minister Ariel Henry veroordeelde in scherpe bewoordingen het werk van de Nationale Transitieraad. Hij zei dat niemand president van Haïti kan worden zonder dat hij verkozen wordt door een meerderheid van de bevolking. De Nationale Transitieraad vindt dat verkiezingen in de huidige omstandigheden helemaal niet transparant, eerlijk en geweldloos kunnen plaatsvinden. Er dreigt eerder een bloedbad. Ariel Henry wordt tot nog toe gesteund door de internationale gemeenschap en dit ondanks het feit dat hij niet legitiem werd verkozen. Hij is slechts de facto premier en mist elke geloofwaardigheid.

Aardschokken

In januari werden er 311 aardschokken geregistreerd met een kracht tussen 1.2 en 5.6 op de schaal van Richter. In februari waren er 137 aardbevingen met een kracht tussen 1.3 en 4.9. Bij een aardbeving op 24 januari met een kracht van 5.6 in het departement van Nippes in het zuidwesten van Haïti vielen 2 doden en raakten 52 personen gewond. Ongeveer 800 woningen werden volledig vernield of zwaar beschadigd. Op 25 januari werd een schok met een sterkte van 4.5 gevoeld in Port-au-Prince en omgeving. Het epicentrum lag in Léogâne, op 44 km ten zuiden van de hoofdstad, net zoals bij de aardbeving van 12 januari 2010. Er brak paniek uit en veel mensen liepen de straat op.

De overheidsinstellingen die de aardbevingen opvolgen dringen er op aan dat men in de bouwsector werk maakt van constructies die bestand zijn tegen aardschokken.

Op 7 februari protesteerden honderden mensen in de straten van Camp Perrin, een van de steden in het zuiden die bij de aardbeving van 14 augustus 2021 zwaar getroffen werden. Ze eisten de heropbouw van de scholen en de huizen die vernield werden. De manifestanten vroegen ook dat de overheid het schoolgeld van de leerlingen zou betalen van wie de ouders te weinig financiële middelen hebben. Ze beschuldigden de staat omdat die nog altijd geen geld gebruikt heeft van een fonds van vele miljoenen Amerikaanse dollars dat bestemd was voor de heropstart van de scholen in het Zuiden. Sinds de aardbeving is er in Camp Perrin geen elektriciteit en stromend water.

In de stad Cayes kampeerden meer dan 300 families, die alles verloren door de aardbeving van 14 augustus, op een voetbalterrein. Ze konden pas begin februari het terrein verlaten nadat ‘Catholic Relief Services’ 35 000 gourden geschonken had en het Wereldvoedselprogramma elke familie 10 000 gourden gaf. Een feministische organisatie veroordeelde de vele verkrachtingen in het kamp. Sommige vrouwen werden gedwongen om seks te hebben, onder andere met de verantwoordelijken van het kamp, in ruil voor voedsel.

Op 16 februari, maar liefst 6 maand na de aardbeving, vroeg de de facto regering op een internationale conferentie die plaatsvond in Port-au-Prince, 2 miljard Amerikaanse dollar steun voor de heropbouw van het Zuiden.

Overstromingen

Eind januari waren er hevige onweders. Meer dan 20 gemeenten in de departementen Noord en Noord-Oosten liepen onder water. Meerdere wijken van Cap-Haïtien, de tweede belangrijkste stad van Haïti, werden overspoeld door het water. De overstromingen zijn deels te wijten aan het gebrekkige onderhoud van de afvoerkanalen, die vaak gevuld zijn met vuilnis. De armste families wonen dikwijls in krotten die ze zonder toelating bouwen in de buurt van deze kanalen. Bij overstromingen  worden zij het zwaarst getroffen.

Door de hevige regenval liep ook het industriepark van Caracol, gelegen in het Noord-Oosten, onder water. De elektriciteitscentrale van het park viel uit en er was heel wat materiële schade.

Men schat dat meer dan 2500 families alles verloren door de hevige regenval eind januari. Er vielen 9 doden te betreuren, die in de meeste gevallen meegesleurd werden door rivieren die buiten hun oevers traden. Veel boeren werden getroffen. Ze verloren vee en hadden aanzienlijke schade op hun velden.

Tijdens een storm in de nacht van 4 op 5 maart liepen 7 gemeenten in het departement Noord onder water.

Criminaliteit

Meer en meer mensen zijn verontwaardigd over de passiviteit van de autoriteiten tegenover de terreur van gewapende bendes. De wijken Martissant, Delmas 2 en Croix-des-Bouquets van de hoofdstad zijn feitelijk in handen van bendes, die straffeloos hun gang kunnen gaan. Ze doden, bestelen, verkrachten, plunderen en kidnappen mensen, terwijl de overheid elke dag opnieuw toont dat ze niet in staat is om het geweld een halt toe te roepen.  

Inflatie

Het gewapend geweld van de bendes zorgt voor een voedselcrisis die duizenden mensen treft in verschillende wijken van de hoofdstad. De toegenomen onveiligheid, veroorzaakt door de terreur van de bendes, leidt ook tot een stijgende inflatie. De inflatie bedraagt dikwijls meer dan 20% per maand.

Hogere lonen?

Door de steeds stijgende prijzen voor voedsel, alledaagse producten en transport komen meer en meer mensen in moeilijkheden. Ze kunnen onder andere het schoolgeld voor hun kinderen niet meer betalen. De voorbije maanden kwamen onder andere de textielarbeidsters op straat om een hoger loon te eisen. Velen van hen hebben ademhalingsproblemen omwille van het stof van de kledingstukken die ze de hele dag bewerken. Ze hebben ook ontstekingen aan hun voeten na lange naaishiften in de fabrieken. Op 23 februari betoogden ze voor een dagloon van 1500 gourden. Een arbeidster besteedt dagelijks 100 gourden voor een bord spaghetti, 75 gourden voor een fruitsap en 200 gourden voor transport van en naar het werk. Een arrest dat op 24 februari gepubliceerd werd in het staatsblad, legde het minimumloon vast op 685 gourden per dag.

De arbeidsters waren ook boos omdat de politie traangas gebruikte om hen uiteen te drijven. Tijdens de manifestatie werd een persfotograaf gedood en werden twee journalisten verwond door politiekogels.

Onderwijs in het Creools

Vanaf het schooljaar 2022 – 2023 zal de Haïtiaanse staat geen Franstalige schoolboeken meer subsidiëren die gebruikt worden in het eerste tot en met het vierde leerjaar van de basisschool. De subsidies zullen gaan naar schoolboeken in het Creools. Het ministerie van onderwijs wil dat de kinderen in de eerste vier jaar van het lager onderwijs in alle vakken onderricht worden in hun moedertaal, het Creools.

Soup joumou

Op 16 december maakte Dominique Dupuy, de ambassadrice en permanente vertegenwoordiger van Haïti bij de Unesco, in een verklaring bekend dat de ‘soup joumou’, een soep op basis van pompoen, voortaan op de lijst van het immaterieel cultureel erfgoed van de  mensheid staat. De ‘soup joumou’ is het symbool van de bevrijding van het Haïtiaanse volk uit de slavernij van de Franse kolonisatoren. Het is de soep van de onafhankelijkheid. Tijdens de strijd tegen de Fransen die leidde naar de onafhankelijkheid van Haïti op 1 januari 1804 werd de ‘soup joumou’ gebruikt om de gewonde Haïtiaanse soldaten te verzorgen en te doen aansterken. Sindsdien is het een traditie dat in alle Haïtiaanse families op 1 januari ‘soup joumou’ wordt gegeten.

Literaire prijzen

De Haïtiaanse schrijver Louis-Philippe Dalembert ontving op 21 januari de literaire prijs Juledmond in het Franse Duinkerke voor zijn roman ‘Milwaukee Blues’. In de roman neemt Dalembert ons mee naar de Verenigde Staten waar we Emmet ontmoeten, een jonge zwarte Amerikaan die een beloftevolle toekomst wacht in het Amerikaans voetbal, maar wiens lot tragisch eindigt. De moord op George Floyd, in 2020, heeft Dalembert sterk aangegrepen en geïnspireerd bij het schrijven van zijn boek. Dalembert ontving overigens reeds verschillende andere literaire prijzen.

Op 25 februari kreeg de Haïtiaanse schrijfster Yanick Lahens voor haar hele oeuvre de graad van ‘Chevalier de la Légion d’Honneur’ de hoogste Franse literaire onderscheiding. Lahens kijkt doorheen haar werk met een geduldige en zachte blik naar de Haïtiaanse samenleving met zijn grote en kleine verhalen. In haar romans spelen vrouwelijke figuren vaak een hoofdrol.

Bart Van Malderen 12 maart 2022