Martissantpark, uniek project door betrokkenheid

Twee weken geleden luidden we de noodklok over de parken La Visite en Macaya, die momenteel in een erbarmelijke staat verkeren. Deze biosfeerreserves zijn niet ontsnapt aan de algemene ontbossing van het land en het gebrek aan verantwoordelijkheid van de Staat. In Port-au-Prince bevindt zich echter het Martissant-park dat nooit met ontbossing is bedreigd. Wat verklaart dit succes in een moeilijke buurt die door gewapende bendes wordt gecontroleerd? Op donderdag 6 mei 2021 onthulde Thierry Chérizard tijdens de Haïti Climat-uitzending op Magik 9 de geheimen van deze groene ruimte., .,

Het Martissant Park, gelegen tussen Martissant 23 en Route des Dalles, beslaat 17 hectare en bestaat uit voormalige privé-eigendommen. Ondanks de wilde en steeds snellere verstedelijking in het gebied sinds 2000, bleef de zone verrassend goed bewaard.

Terug naar een lang en moeilijk parcours

Het gebied is opgedeeld in 3 delen: 1) Het monument van 12 januari 2010 waar jaarlijks de slachtoffers van de aardbeving van 12 januari 2010 worden herdacht 2) Het cultureel centrum Katherine Dunham, genoemd naar de op Haïti verliefde Amerikaanse antropologe die de voodoo-dansen bestudeerde. Ze kocht een pand in Martissant, dus gelegen in het huidige park, en reisde heen en weer tussen de Verenigde Staten en Haïti. 3) Ten slotte is er de Habitation Leclerc, een oud hotel. Er waren ook nog enkele andere eigendommen, maar van iets minder belang, zoals de Albert Mangonès-gebouwen.

Na de dood van Katherine Dunham in New York in 2006, meldde FOKAL (La Fondation Connaissance et Liberté) aan de familie van mevrouw Dunham, wier eigendom enigszins een kraakpand was geworden, en aan de andere eigenaren hun visie om van de hele site een botanisch en medicinaal park te maken. Ze gingen allemaal akkoord. Vervolgens werd bij de Haïtiaanse Staat een pleidooi gehouden voor het behoud van deze ecologische bezienswaardigheid. In 2007 werd de zone in een decreet tot openbaar nut verklaard. Het beheer werd vervolgens tot 2020 toevertrouwd aan FOKAL.

De sociale uitdaging

De verklaring ‘van openbaar nut’ verleende alleszins enige wettelijkheid. Nu moesten we de bewoners overtuigen om de panden te ontruimen. Dit was verre van gemakkelijk. “We realiseerden ons al snel dat de mensen die het oude hotel (de Habitation Leclerc) bewoonden, huur betaalden aan notabelen die misbruik hadden gemaakt van de situatie”, zegt Thierry Chérizard. We moesten met hen onderhandelen en compensaties bieden. Dikwijls sloten ze zich aan bij ons project, omdat ze er werkgelegenheid konden in vinden.

Het project moest vervolgens ook de buurt integreren. De initiatiefnemers creëerden dan wat ze  een “praatruimte” noemden, waarin ze veelvuldige gesprekken voerden met de bewoners, en trainingssessies, conferenties over biodiversiteit, over samenleven…enz. organiseerden.  “Deze ‘social engineering’ duurde meer dan 2 jaar vooraleer het project werd aanvaard door de bevolking ”, zo herinnert zich degene die centraal stond in de discussies.

Het park

Aldus kon het project beginnen. Het park heeft een vrij rijke flora en fauna. In 2009 zijn 271 plantensoorten geïnventariseerd, verdeeld over 68 families. Sindsdien zijn er 20 nieuwe families aangeplant. Het park heeft 33 soorten vogels, waarvan er 7 inheems zijn op het eiland Haïti. Het is de thuisbasis van 15 soorten reptielen, waarvan er 12 endemisch zijn. Er moet ook worden gewezen op de 3 soorten zoogdieren die voornamelijk knaagdieren zijn. Deze zeldzame soorten maken het tot een wetenschappelijke curiositeit. “Als onderdeel van het Caribean Initiatief schrijven 4 studenten hun doctoraat over het park”, vertelt de programmamanager.

“Naast het park als ecotoeristische attractie en koolstofbron, ontvangen we 3.000 tot 4.000 bezoekers per maand in het monument. In het Katherine Dunham Cultural Center, respectievelijk 7.000 en 8.000 bezoekers in 2018 en 2019. In de Habitation Leclerc is er ruimte voor sport, voor wandelingen, er zijn spelletjes voor de kinderen… ”, meldt Thierry Chérizard bij de microfoon van Valéry Fils-Aimé en Patrick Saint-Pré. “Hoe meer resultaten er zijn, hoe meer mensen zich bewust worden van het belang van het park. Herontwikkeling en behoud versterken de burgerbetrokkenheid! », zo stelt hij.

Een geloofwaardig en efficiënt beheermodel

Een publiek-private samenwerking tussen de Haïtiaanse staat en FOKAL ligt aan de basis van deze verwezenlijkingen. Er zijn programma’s opgezet voor de mensen van de wijk en van de 13 subdistricten rondom het park. Het park is er allereerst voor hen. Het is buurtgericht, en we weten dat het een moeilijke buurt is. “Twee keer per jaar financieren we 10 tot 12 kleine projecten, die ondersteund worden door wettelijk opgerichte verenigingen. We hebben een onderwijsprogramma omdat er briljante kinderen zijn zonder geldelijke middelen. In samenwerking met scholen bieden we hen studiebeurzen aan. Voor het jaar 2021 hebben we 200 bursalen vanuit verschillende scholen”. Er is ook educatie over biodiversiteit, een familietuin en recht op gezondheid, o.a.. We hebben zelfs een wetenschappelijke raad die ons aanbevelingen geeft vooraleer belangrijke beslissingen te nemen. “

Naast de 12 miljoen gourdes die per jaar van de Haïtiaanse staat worden gevraagd, kan het Martissant-park rekenen op verschillende internationale donoren om zijn projecten te financieren en zijn 50 werknemers te betalen, waaronder tuiniers en parkwachters, die voornamelijk inwoners van het district zijn. “We worden regelmatig gecontroleerd, we stellen jaarverslagen op, de hiërarchie is goed gedefinieerd… We hebben financiële geloofwaardigheid opgebouwd.”

Met betrekking tot het klimaat van onveiligheid in Martissant is de grote vraag: hoe de medewerkers daar mee wegkomen? Thierry Chérizard zorgt ervoor dat er sinds 2007 geen bedreiging meer is voor medewerkers. Geen enkele. “Na de aardbeving van 2010 waren we bang voor een invasie van de site. Het waren echter de buurtbewoners die zelf het park verdedigden. Dit gevoel van samenhorigheid heeft, zoals we hebben gezien, jaren nodig gehad om zich te ontwikkelen. U hoeft zich hier niet langer zorgen te maken over ontbossing. Dit model van beheer en social engineering wordt best overgenomen voor andere nationale parken.