Een voorontwerp van nieuwe Grondwet met valkuilen voor de democratie, de burgerparticipatie en de fundamentele vrijheden – deel 2

CRAN (Centre de Recherche et d’Action Nationale), in partnerschap met CE-JILAP (Commission Episcopale Nationale Justice et Paix), blijft het voorontwerp van Grondwet onderzoeken dat ter goedkeuring zou worden voorgelegd aan het volk. Na de eerste studie hebben we veel aanmoediging gekregen. Enkele reacties tonen aan dat ze de zin van dit werk niet inzien. Van onze kant, denken we dat het werk noodzakelijk is, ook al gaan we absoluut niet akkoord met dit referendum.

Herhaling van enkele principes:

  • Een Grondwet is niet zomaar een wet of een decreet; het gaat om de moederwet van een land, die de basis vormt voor de rechtsopbouw van de gemeenschap die in een bepaald land leeft.   
  • In dezelfde zin staat de Grondwet van 1987 niet toe dat via een referendum amendementen zouden worden toegevoegd, laat staan een volledige vervanging. (Zie Grondwet 1987, art. 284-3)
  • Een betwiste en verguisde regering moet er zich niet aan wagen om de moederwet van een land te amenderen of te vervangen.  Daar heeft ze noch de bevoegdheid, noch de rechtmatigheid toe.
  • Trouwens, volgens de interpretatie die de president zelf gaf aan het artikel 134-2 van de geamendeerde Grondwet van 1987 had zijn eigen mandaat ook moeten stoppen op 7 februari 2021.

Over de organisatie van het referendum:

Een referendum of een volksraadpleging zou moeten gehouden worden met het grootst mogelijke respect voor de betrokken bevolking. Wie weet wat geschreven is in het voorontwerp van de nieuwe Grondwet? Wie is op de hoogte van de inhoud?

  • Hoe kan men zomaar te werk gaan. Men laat weten dat er mensen zijn die enkele wijzigingen in de Grondwet van 1987 zouden wensen of die daar akkoord zouden mee gaan. Maar, de vraag van het referendum is niet of men wijzigingen wil, men zegt eenvoudigweg omdat er enkelen akkoord zouden gaan met wijzigingen, bieden we u een gans nieuwe Grondwet aan. Het is niet nodig de inhoud goed te begrijpen, wie of hoe hier aan werkte en in wiens belang dat gebeurde. Het enige wat moet gebeuren is “ja” stemmen.
     
  • De propaganda geeft niet de volle waarheid:
    • Zo vertelt men de mensen dat de geldende Grondwet van 1987 de bron is van conflict en instabiliteit die het land onbestuurbaar maakt. Men verzwijgt daarbij dat elke regering geweigerd heeft om de modaliteiten van de Grondwet van 1987 uit te voeren. De Grondwet van 1987 zou immers een rem zetten op de ongebreidelde macht van de autoriteiten.
    • Men beweert dat de verkiezingen teveel geld kosten. Maar men legt niet uit dat de regering aan de macht staatsfondsen verspilt aan gangsterbendes en uitgaven doet om een illegaal referendum te houden, wat van de autoriteiten corrupte mensen maakt. Inderdaad, de staat doet teveel onnodige uitgaven; het is tijd om te besparen op het presidentieel budget, de primatuur, de uitgaven voor de kamer van volksvertegenwoordigers, de senaat, en andere…. Er moet meer worden geïnvesteerd in de ontwikkeling van de economie van het land en in de organisatie van publieke diensten voor de meest ontheemden.
       
  • Punten die men niet uitlegt:
    • Het ontwerp van Grondwet voorziet in een almachtige president, die onder geen enkele controle staat (zie het ontwerp, art. 141-157);
    • De algemene vergadering  (of het parlement) heeft niet meer de rol of de bevoegdheid om de regering te controleren (zie het ontwerp, art. 128,139 en 151).
    • De democratie en de directe participatie of inspraak aan de basis verdwijnen bij gebrek aan assemblees in de gemeentelijke secties en door de wijze waarop de gemeentelijke en departementale assemblees worden samen gesteld. (zie wat er gezegd wordt over de gemeentelijke sectie, ontwerp art. 254-259).
    • De benoeming van het Openbaar Ministerie (of Procureur van de Republiek) blijft in handen van de president en de minister van Justitie (zie het ontwerp van grondwet, art. 177). Dit betekent dat Justitie niet onafhankelijk is.

Een referendum zonder een echt debat

  • Over een ganse reeks punten zou moeten gedebatteerd worden, want ze raken aan de fundamenten van het democratisch systeem dat men wenste te verwezenlijken:
    • De kwestie van het presidentschap en van de eerste minister of de vicepresident; evenals de manier om te vermijden dat teveel macht geconcentreerd is bij één enkele persoon;
    • De kwestie van de directe volksparticipatie vanaf de gemeentelijke secties doorheen de assemblees van elk niveau.
    • De kwestie van de onafhankelijkheid van Justitie en de rol toegekend aan de CSPJ (Hoge Raad voor de Rechterlijke Macht), (zie het ontwerp van grondwet, art. 182 tot 184); er is eveneens de kwestie van de volksparticipatie bij de keuze van de rechters bij monde van de territoriale collectiviteiten (zie Grondwet 1987 art. 175)
    • Als alle mandaten 5 jaar moeten dragen en op het zelfde moment stoppen, hoe dan de continuïteit van de Staat verzekeren? Hoe dan op een democratische wijze correcties aanbrengen tussen twee mandaten, zonder schade te veroorzaken?
    • Hoe kan het parlement het toezicht en de controle op de regering effectief uitoefenen? Zou dat werkelijk door het opheffen van de Senaat zijn?
    • De kwestie van de dubbele nationaliteit, zou die dan enkel een probleem vormen op het moment dat een persoon zich wil inschrijven als kandidaat voor het presidentschap of voor het vicepresidentschap? (Zie het ontwerp, art. 137-a).
    • Hoe zal men op een efficiënte manier corruptie kunnen bestrijden als de instellingen die daarvoor bevoegd zijn worden verzwakt? Zie bijvoorbeeld hoe ‘Het Rekenhof’ wordt verzwakt in het project van Grondwet (art. 193).
       
  • De Grondwet van 1987 voorzag in garde-fous of bakens, die men nu wil weg halen. Zijn de instellingen in het land dan zo sterk geworden dat ze die niet meer nodig hebben? De herhaaldelijke crisissen bewijzen eerder het tegendeel.

    Bekijken we enkele voorbeelden van mogelijke interpretatie:
    • Over het recht van eigendom toegestaan aan vreemdelingen: de creoolse versie specificeert ‘grond en gebouwen’. (Zie ontwerp, art. 88 en de Grondwet van 1987, art. 55-1 tot 5);
    • Over de twee mogelijke mandaten van een president aan de macht, maar die niet opeenvolgend zouden moeten zijn (Grondwet 1987, art.134-3; te vergelijken met het ontwerp, art. 136);
    • Over de kwestie van van een referendum dat niet mag georganiseerd worden om de Grondwet te wijzigen of aan te passen (zie Grondwet 1987, art. 284-3).
    • Om het land te verzekeren van legitieme mandatarissen, eist de Grondwet van 1987 dat de mandatarissen bij verkiezingen 50% van de stemmen plus één behalen (absolute meerderheid). Zal een eenvoudige meerderheid in één verkiezingsronde een sterke legitimiteit kunnen verzekeren in de politieke cultuur die vandaag heerst in het land?

CRAN en CE-JILAP herhalen: een Grondwet is heel belangrijk. Men beslist niet met een JA of NEE over een geheel van belangrijke vraagstukken. Teveel belangrijke kwesties zijn te beantwoorden met een eenvoudige ja of nee. Enkel een transparant proces, geleid door een legitieme en gemandateerde autoriteit zou een proces in die zin kunnen leiden.

Het momentum en de situatie waarin het land zich bevinden laten geen sereen debat toe. De autoriteit die de macht voor zich opeist heeft niet de noodzakelijke legitimiteit; ze is gecontesteerd en verguisd. Andere belangrijke kwesties dringen zich op dit moment trouwens op de voorgrond. CRAN en CE-JILAP betreuren het gebrek aan gezond verstand en aan burgerzin die zouden toelaten de juiste conclusies te trekken en die het land en de burgers uit hun lijden kunnen halen, het resultaat van de machtshonger van de huidige politici.

Voor CE-JILAP:

  • Me Jocelyne Colas Noël, nationale directrice van CE-JILAP

Voor CRAN:

  • M. Pierre Yoldy Clermont TKL (Ti Komite Legliz)
  • M. Rateau Jn Ulrick ASOKOPEG
  • Me Louicy Niclais
  • Mme Jn Guillaume Vivanette CRAN
  • Mme Loma Telusma SPI
  • P. Jan Hanssens cicm CONASCH, Coordonateur CRAN